Meten van weerstanden en continuïteit
Schakel de voeding van de te controleren stroomkring of de weerstand uit.
Aansluiten op de klemmen van de te controleren stroomkring of de
weerstand.
Druk op de drukknop op de achterkant van het apparaat en
houd deze knop tijdens de hele meting ingedrukt :
zodoende wordt het scherm op het kaliber 2 kΩ geprogrammeerd.
De gemeten waarde aflezen.
Mogelijkheid in het geheugen op te slaan door op
De 7O9 van de stroomkring afkoppelen en de drukknop loslaten;
het stoppen gaat automatisch.
Ω
(ohm)
Oplossing
Precisie
Max. spanning in open stroomkring : 400 mV
Max. stroom in kortsluiting
Electronische bescherming
(1) : er klinkt een continu piep
voor elke weerstand
voor een weerstand
Aanwezigheid van spanning
Wanneer de stroomkring per ongeluk opnieuw onder spanning wordt
gebracht tijdens het meten van een weerstand, gaat het rode
controlelampje Ω op de volt-test branden. Onmiddellijk de
drukknop ohmmeter loslaten ; de 709 geeft de waarde van de aanwezige
spanning aan.
22
: 2 kΩ (1)
: 1 Ω
: ± 3 % van de aflezing ± 2 punten
: 150 µA
: 600 V eff.
: R ≤ 500 Ω ± 50 Ω
: R > 1,999 Ω de "1" knippert.
(volt-test)
HOLD
te drukken.
(max. 5 seconden)