4 Functie
De knie heeft een uniaxiaal ontwerp, bestaande uit een chassis en een drager die via een
kniedraaipunt met elkaar zijn verbonden. In het chassis bevindt zich een door gewicht
geactiveerd mechanisme voor stabilisatie van de knie. Het kniechassis beschikt over een op een
draaipunt aangesloten bovenplaat die wordt gesteund door een verend rubberen blok. Dit zorgt
bij belasting voor een standflexie en absorbeert schokbelasting bij het neerkomen van de hiel.
Binnen dit frame bevindt zich een knieregelcilinder die tussen het posterieure draaipunt van het
chassis en het distale draaipunt van de drager is gemonteerd.
De PSPC-cilinder beschikt over handmatig afstelbare ventielen die zelfstandige regeling van
buig- en strekweerstand tijdens de zwenkfase bieden.
De SmartIP-regelcilinder maakt gebruik van sensoren binnen de cilinder voor het bewaken van
de loopsnelheid en past automatisch de flexieweerstand aan. Strekkingsregeling vindt plaats via
een vaste instelling van een eindimpactdemper.
5 Onderhoud
Voer regelmatig een visuele controle van het hulpmiddel uit.
Meld elke verandering in prestaties van dit hulpmiddel aan de behandelaar/serviceprovider,
zoals ongebruikelijke geluiden, toegenomen stijfheid of beperkte/overmatige rotatie,
significante slijtage of overmatige verkleuring als gevolg van lange blootstelling aan UV-straling.
Informeer de behandelaar/leverancier over elke verandering in lichaamsgewicht en/of
activiteitenniveau.
Reiniging
Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel om de buitenoppervlakken te reinigen.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
De resterende instructies in dit hoofdstuk zijn alleen bedoeld voor gebruik door de behandelaar.
Dit onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door competent personeel (behandelaar of een
hiervoor opgeleide technicus).
Voor optimale prestaties wordt een periodieke inspectie voor onaanvaardbaar lawaai,
onaanvaardbare speling en stabiliteit aanbevolen. De periode tussen inspecties wordt
bepaald door factoren zoals de activiteit van de gebruiker, de frequentie van gebruik en de
stabiliteitsinstelling van de knie.
Als vuistregel geldt dat indien de instelling 6 posities of meer is en de gebruiker per jaar een
gemiddelde van 600.000 stappen neemt, er een jaarlijkse inspectie wordt aanbevolen.
Indien de stabiliteitsinstelling minder dan 6 posities is en/of de gebruiker gemiddeld minder
stappen neemt, kan de periode tussen inspecties langer zijn.
Voor het bepalen van het aantal stappen wordt het gebruik van een Limb Activity Monitor
(bewaking voor ledemaatactiviteit) aanbevolen.
Voor een optimale stabiliteit en duurzaamheid raden we aan om de knie af te stellen op de
persoonlijke stabiliteitsvereisten van de gebruiker. Zie het stroomdiagram of de handleiding voor
instellen.
97
938403PK1/1-0121