Afb.3
Het voetpedaal gebruiken
1. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld.
2. Steek het voetpedaal in het apparaat.
3. Zet het apparaat aan door op het voetpedaal te drukken. Druk zachtjes op het voetpedaal totdat het
apparaat loopt.
Opgelet! Het voetpedaal en de stroom aan/uit-schakelaar kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. Als het
voetpedaal wordt gebruikt, moet u de stroom aan-/uit-schakelaar op het apparaat op uit zetten. Dit voetpedaal
wordt gebruikt om het apparaat aan en uit te schakelen. Het is niet de stroombron. Daarom mag u niet vergeten
de adapter aan te sluiten of de batterijen te plaatsen als u het voetpedaal gebruikt.
De spanning aanpassen
1. De normale steek moet een gelijkmatige boven- en onderdraad hebben, geen van beiden mag te strak of te
los zitten.
U mag de spanning niet aanpassen, omdat de spanning voor de beste resultaten is aangepast en ingesteld
in de fabriek. Als u echter van mening bent dat de steken te los of te strak zitten als u verschillende soorten
stof naait, kunt u de spanning aanpassen. (A= Bovendraad; B= Doek; C= Onderdraad.)
2. Als de onderste draad er uit ziet als een rechte lijn, geeft dit aan dat de bovenste draad te los is. Draai de
spanningaanpassingsschroef niet te strak en niet te los met de klok mee om de druk te verhogen totdat de
steek er normaal uitziet.
3. Als de bovenste draad er echter als een rechte lijn uitziet, geeft dit aan dat de bovenste draad te strak zit,
draai de spanningaanpassingsschroef langzaam tegen de klok in om de druk te verminderen totdat de steek
er weer normaal uit ziet.
Opgelet! Als de draad over de spanningaanpassingsschroef loopt, moet hij tussen de twee plaatjes achter de
schroef worden geplaatst. Anders werkt het apparaat niet naar behoren.
De naald vervangen
Als de naald breekt of als u een andere naald nodig heeft voor het naaien van andere soorten stoffen, moet
u de naald vervangen.
Als u vervangende naalden nodig heeft, gebruik dan universele naalden van het type 90/14.
1. Verwijder de batterijen/adapter om er voor te zorgen dat het apparaat geen stroom meer krijgt.
2. Draai het handwiel om de naald in de hoogste positie te zetten.
3. Maakt de naaldklemschroef los met behulp van een korte sleufschroevendraaier.
Afb.4
- 48 -