6. Bedieningselementen
Positioneer de
●
camera meteen
handmatig.
Trigger
●
Houd de trigger ingedrukt
en duw de joystick omhoog
en omlaag om te zoomen.
Houd ingedrukt om de
vergrendelingsmodus in te
schakelen.
Tik twee keer om de camera te
centreren.
Tik drie keer om de selfiemodus
te openen.
SmoothTrack Mode wordt automatisch ingeschakeld om
schokkerige bewegingen af te vlakken.
De Osmo+ laat een langzame pieptoon horen, als de
gimbal is vergrendeld nadat deze is ingeschakeld. Dit
betekent dat de camera normaal functioneert, maar dat
de gimbal is uitgeschakeld.
Indien je de gimbal wilt ontgrendelen nadat deze is
ingeschakeld, ontgrendel eerst de tiltmotor en de
panmotor en draai daarna de panmotor om de gimbal
weer te activeren.
Gebruik de joystick om de
●
camera te pannen of te
kantelen.
opnameknop
●
Druk eenmaal om de opname
te starten en nogmaals op de
opname te stoppen.
sluiterknop
●
Druk eenmaal op de knop om
een foto te nemen. Druk op de
knop en houd deze ingedrukt
voor een opnamereeks.
47