3.
MONTAGE: Polaris 50 Plafond
3.1
Belastingsgegevens
Buigmoment M
B
Verticale gewichtskracht F
3.2
Plafondbuis verkorten
►
Verwijder de bevestigingsschroef van de contactdoos.
►
Gebruik een tang op de binnenste ring om de con-
tactdoos volledig (met snoer) uit de plafondbuis te
trekken.
►
Verwijder het snoer uit de plafondbuis voordat u de
plafondbuis gaat verkorten.
►
Zaag de plafondbuis aan de bovenzijde met een ijzerzaag
op maat en ontbraam de buis.
►
Verwijder bevestigingsschroef 'C'.
►
Zet de plafondbuis 'A' in de plafondbevestiging 'B' en
boor door het bestaande gat van de plafondhouder een
gat van 9 mm. Boor het tegenoverliggende gat
afzonderlijk.
►
Aanwijzing: Trek het snoer, na het zagen en boren, van
het onderste buiseinde naar het bovenste buiseinde (de
3-polige stekker als eerste)
►
Voer het snoer met de contactdoos weer in de pla-
fondbuis.
135 Nm
140 N
G
A
C
B
►
Lijn het draadgat in de contactdoos precies uit met de
aanwezige boring de plafondbuis en bevestig de
contactdoos met een bevestigingsschroef.
3.3. Montage plafondhouder
GEVAAR
Montage door gekwalificeerd personeel
►
De montage mag alleen door een gekwalificeerde
vakman worden uitgevoerd. Zonder de juiste kennis
kunnen levensbedreigende situaties ontstaan.
►
Voor de montage zijn twee personen nodig
GEVAAR
Levensbedreigende situatie door vallende armatuur.
►
De plafondbevestiging mag alleen worden aangebracht
aan plafonds met een betonsterkteklasse B25 (C20/25)
of hoger.
►
Wapeningsdelen van een massief plafond mogen
daarbij geen contact maken. Bij twijfel moet een
erkende vakman de montage op de voorgenomen
plaats goedkeuren. Het draagvermogen van het
plafon moet van te voeren door een spanningsanalist
worden gepland, gecontroleerd en bevestigd.
►
De boringen moeten deskundig en in overeens-
temming met de door de fabrikant van de beves-
tigingsankers goedgekeurde toleranties voor de
boringen worden uitgevoerd. Bij een verkeerde boring,
bijvoorbeeld het aanboren van een wapeningsstaaf,
moet een spanningsanalist worden ingeschakeld.
►
Monteer de armaturen zodanig dat de hoogtestops
tijdens de werking niet voortdurend onder druk staan.
►
Als er zich een pleisterlaag of bekleding voor het
beton bevindt, moet het bevestigingsanker volledig in
het beton worden gehamerd.
►
De schroeven moeten met een momentsleutel zor-
gvuldig worden vastgedraaid met een aandraai-
moment volgens opgave van de fabrikant van de
bevestigingsankers.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok.
►
De stroomkabel moet door middel van een externe
vergrendelbare schakelaar met alle polen van de
netspanning worden gescheiden en tegen herinscha-
keling worden beveiligd.
NLD
103