845135
Veiligheid in de werkruimte
a) Houd de werkruimte schoon en zorg voor een goede verlichting. Rommelige en
donkere ruimtes leiden vaak tot ongelukken.
b) Werk niet met elektrisch gereedschap in explosieve omgevingen, bijvoorbeeld
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch
gereedschap brengt vonken teweeg die stof of dampen kunnen doen ontbranden.
c) Houd kinderen en omstanders uit de buurt wanneer u elektrisch gereedschap
bedient. Door afleiding kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
Elektrische veiligheid
a) De stekkers van het elektrische gereedschap moeten passen bij het stopcontact.
Pas de stekker niet aan. Gebruik geen adapterstekkers bij geaard elektrisch
gereedschap. Het gebruik van ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten
vermindert het risico op een elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken zoals pijpen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Het risico op een elektrische schok neemt toe als uw
lichaam geaard wordt.
c) Laat elektrisch gereedschap niet nat worden. Wanneer elektrisch gereedschap nat
wordt, neemt het risico op een elektrische schok toe.
d) Beschadig het snoer niet. Gebruik het snoer nooit om het elektrisch gereedschap
te dragen, te trekken of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd
het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende delen. Een
beschadigde of in de knoop geraakte snoer verhoogt het risico op een elektrische schok
toe.
e) Wanneer u elektrisch gereedschap buiten gebruikt, maak dan gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Gebruik een verlengsnoer
dat geschikt is voor gebruik buitenshuis om het risico op een elektrische schok te
verminderen.
f) Indien het onvermijdelijk is elektrisch gereedschap te gebruiken in een vochtige
omgeving, gebruik dan een energiebron met een aardlek beveiliging (Residual
Currency Device). Het gebruik van een RCD vermindert het risico op een elektrische
schok.
Persoonlijke veiligheid
a) Blijf alert en gebruik uw gezonde verstand wanneer u elektrisch gereedschap
bedient. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u vermoeid bent of
onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Onoplettendheid tijdens het
bedienen van elektrisch gereedschap kan leiden tot ernstig letsel.
b) Maak gebruik van persoonlijke bescherming. Draag altijd een veiligheidsbril.
Passende bescherming voor de omstandigheden, zoals een stofmasker, niet-slippende
veiligheidsschoenen een helm of gehoorbescherming, vermindert het risico op
persoonlijk letsel.
c) Zorg ervoor dat het apparaat niet per ongeluk wordt gestart. Controleer of
de schakelaar in de 'uit' stand staat voordat u de stekker in het stopcontact
steekt. Het dragen van elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar of het
aansluiten op de stroom van elektrisch gereedschap met de schakelaar ingeschakeld
kan tot ongelukken leiden.
d) Verwijder alle stel- of moersleutels voordat u het elektrische gereedschap
inschakelt. Een moer- of stelsleutel die zich op een draaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap bevindt, kan leiden tot letsel.
e) Reik niet te ver. Blijf altijd stevig en in balans staan. Zo houdt u meer controle over
het elektrische gereedschap in onverwachte situaties.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd
haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende
kleding, sieraden en los hangende haren kunnen vast komen te zitten in bewegende
delen.
g) Als er onderdelen voor stofafvoer- en stofverzameling worden meegeleverd, sluit
deze dan aan en gebruik deze op de juiste wijze. Het gebruik van deze onderdelen
kan het risico op stofgerelateerde ongelukken verminderen.
Gebruik en verzorging van elektrisch gereedschap
a) Forceer elektrisch gereedschap niet. Gebruik elektrisch gereedschap dat geschikt
is voor het werk dat u wilt uitvoeren. Geschikt elektrisch gereedschap werkt beter en
veiliger op een passende snelheid.
b) Gebruik het elektrische gereedschap niet als de schakelaar van het apparaat
niet in- en uitschakelt. Elektrisch gereedschap dat niet bediend kan worden met de
schakelaar is gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact voordat u instellingen aanpast, toebehoren
verwisselt of het elektrische gereedschap opbergt. Dergelijke voorzorgsmaatregelen
verminderen het risico op het per ongeluk starten van het elektrische gereedschap.
d) Berg elektrisch gereedschap dat niet in gebruik is op buiten bereik van kinderen
en laat mensen die niet bekend zijn met het elektrische gereedschap of met deze
instructies het elektrische gereedschap niet bedienen. Elektrisch gereedschap is
gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud uw elektrisch gereedschap. Controleer op foutieve uitlijning of het
vastslaan van bewegende delen, gebroken onderdelen en elke andere afwijking
die de werking van het elektrische gereedschap zou kunnen beïnvloeden. Indien
het elektrische gereedschap beschadigd is, moet u het laten repareren voordat
u het weer gebruikt. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed onderhouden snijwerktuigen met
scherpe messen slaan minder snel vast en zijn gemakkelijker te bedienen.
g) Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires en onderdelen, etc. volgens
deze instructies en volgens bestemming voor het specifieke type elektrisch
gereedschap, en houd daarbij rekening met de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Gebruik van elektrisch gereedschap voor werkzaamheden die verschillen
van die waarvoor het apparaat bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
WAARSCHUWING: Bij het gebruik in Australië of Nieuw-Zeeland, is het aanbevolen
de machine te allen tijde met gebruik van een aardlekschakelaar met een maximale
lekstroom van 30 mA te gebruiken.
Onderhoud
a) Laat uw elektrische gereedschap onderhouden door een gekwalificeerde vakman
en gebruik alleen identieke vervangstukken. Zo bent u er zeker van dat de veiligheid
van het elektrische gereedschap gewaarborgd blijft.
Terugslag
- Terugslag is een plotselinge reactie op een vastlopend, geforceerd of een foute
uitlijning van het zaagblad, waardoor de zaag uit het materiaal omhoog, naar de
gebruiker wordt geschoten.
- Wanneer het zaagblad plots klem komt te zitten in het werkstuk, schiet de
machine in de richting van de gebruiker dankzij de kracht van de motor
- Wanneer het zaagblad gedraaid of fout uitgelijnd in het werkstuk komt te
zitten, graven de tanden aan de achterzijde van blad in het werkstukoppervlak
waardoor het zaagblad mogelijk uit het werkstuk gedrukt wordt
- Terugslag is het gevolg van misbruik en/of onjuiste gebruiksprocedures of
–omstandigheden, en kan voorkomen worden door het volgen van de volgende
voorzorgsmaatregelen:
a. Houd de zaag met beide handen stevig vast en positioneer uw armen zo, dat
terugslag tegengewerkt kan worden. Positioneer uw lichaam links een zijkant
van de zaag en niet in lijn met het zaagblad. Door het nemen van de juiste
voorzorgsmaatregelen kunnen terugslagkrachten door de gebruiker onder controle
gehouden worden
Let op: Cirkelzagen met een 140 mm of kleiner diameter zaagblad zijn mogelijk met
één hand te bedienen
b. Wanneer het blad stroef in het materiaal draait of wanneer u tijdens het zagen
onderbroken wordt laat u de trekker schakelaar los en houd u de zaag stil in het
materiaal tot het blad volledig stil staat. Probeer de zaag nooit uit het materiaal
te halen of naar achteren te trekken wanneer het zaagblad roteert. Neem
corrigerende maatregelen om dit te voorkomen
c. Wanneer de zaag in een onafgemaakte snede herstart wordt, zorgt u ervoor dat
de zaag recht in de snede ligt en dat de tanden niet in het materiaal grijpen. Een
vastzittend blad kan bij het her starten van de machine omhoog geschoten worden
d. Een groot werkstuk hoort dicht bij de snede en dicht bij de rand ondersteund te
worden om inzakking te voorkomen en de kans op terugslag te minimaliseren.
Grote werkstukken buigen vaak door het gewicht. Ondersteun het werkstuk aan beide
zijden van de zaagsnede
e. Gebruik geen beschadigde of botte bladen. Deze bladen produceren een smalle nerf
wat resulteert in overmatige wrijving, het buigen van zaagbladen en terugslag.
f. Voor het maken van sneden horen alle verstel vergrendelingshendels goed vast
gezet te worden. Het bewegen van bladverstellingen kan leiden tot het buigen van
bladen en terugslag.
g. Ben uitermate voorzichtig bij het zagen in muren en andere verborgen gebieden.
Het zaagblad raakt mogelijk verborgen voorwerpen wat kan leiden tot terugslag.
h. Controleer voor elk gebruik de beschermkap en gebruik de zaag niet wanneer de
beschermkap niet vrij sluit. Zorg ervoor dat het zaagblad in elke hoek en diepte, niet in
contact komt met de beschermkap. Vergrendel de beschermkap niet in de open positie.
i. Controleer de werking van de beschermkapveer. Wanneer de kap en de veer niet juist
functioneren, laat u deze voor gebruik repareren. De beschermkap werkt mogelijk
langzaam door beschadigde onderdelen of ophopend zaagsel.
j. De beschermkap hoort alleen voor speciale sneden handmatig ingetrokken te worden.
Verhoog de beschermkap met behulp van het handvat en laat de kap los wanneer het
blad door het materiaal zaagt.
k. Zorg ervoor dat de beschermkap over het zaagblad valt voordat u de zaag neerlegt. Ben
bewust van de benodigde tijd voor het zaagblad om tot volledige stilstand te komen.
Gebruik geen schuurschijven. Dit ontkracht de garantie.
L. Wanneer de machine is voorzien van een spouwmes, dient deze voor het maken van
vrij invalsneden verwijdert te worden. Een spouwmes hindert bij het maken van een
invalsnede wat mogelijk resulteert in terugslag. Een cirkelzaag met een permanent
spouwmes dient niet gebruikt te worden voor het maken van een invalsnede
www.silverlinetools.com
1200 W cirkelzaag
35