FUNCTIETOETSEN
1. MODUS: Voor alle instellingen en de invoer van je trainingswaarden.
2. SPEED +: Om de trainingsmodus te selecteren en om de functiewaarde naar boven aan te passen.
3. SPEED -: Om de trainingsmodus te selecteren en om de functiewaarde naar beneden aan te passen.
4. START/STOP: Om je training te starten of te stoppen.
INSCHAKELEN
Steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact en controleer of de spanningswaarden overeen-
komen. Controleer of de veiligheidssleutel in de juiste positie is en correct in de console is ingevoerd.
SNELLE TRAINING
De gebruiker kan een training starten door op een snelkeuzetoets voor snelheid of helling te drukken. Er zijn 3
snelkeuzetoetsen voor snelheid en helling: 6 km/u tot 20 km/u voor de snelheid en 2 % tot 8 % voor de helling
Tijdens de training, kun je de snelle training (de snelheid en de helling) gebruiken, door gewoon op de START-
knop aan het begin van de training te drukken. Als je de loopband tijdens de training wilt stoppen, druk je op de
STOP-knop of trek je de veiligheidssleutel eruit.
PROGRAMMAMODUS:
De console van de loopband heeft 12 vooraf ingestelde trainingsprogramma's om uit te kiezen (zie hieronder de
indeling van de afzonderlijke programma's). Als je in DE PROGRAMMAMODUS bent, gebruik je de PROGRAM-
MA-toets om je geselecteerde programma P1 tot P12 op te roepen. Druk op de START-knop om te bevestigen
en om te beginnen met de training.
P1
OPWARMEN
P2
WILLEKEURIG
P3
5K RUN
P4
COMPETITIE
P5
GEWICHTSVERLIES
P6
HEUVEL
MUZIEK
De computer heeft zowel een MP3-speler als een USB- en SD-poort. Hierdoor kan de gebruiker tijdens de
training muziek afspelen.
P7
P8
P9
P10
P11
P12
104
TIJDSINSTELLING
AFSTANDSINSTELLING
BERGBEKLIMMEN
BERGBEKLIMMEN
STRAND SPORT
CROSS COUNTRY RACE