• Druk op
of
om de minuten in te stellen. Dit gaat met sprongen van vijf
minuten. De timer is ingesteld. Na 10 seconden springt de display weer terug
naar tijdsweergave.
De timerinstellingen worden aan de onderkant van de
display weergegeven.
De timer programmeren voor ON (aan), wanneer het apparaat uitstaat.
• Voer de hierboven beschreven basisstappen uit.
De lineaire tijdschaal staat aan tussen de geprogrammeerde ON-tijden tot
24.00 uur. De knipperende balk op de tijdschaal geeft de tijd aan en verspringt
elke 30 minuten een segment vooruit, totdat het tijdstip bereikt wordt van de
geprogrammeerde ON-tijd. Dan verdwijnen de zwarte segmenten in de lineaire
tijdschaal.
De timer programmeren voor OFF (uit), wanneer het apparaat WERKT.
• Voer de hierboven beschreven basisstappen uit.
De lineaire tijschaal staat aan tussen de huidige tijd tot de geprogrammeerde
OFF-tijd. De knipperende balk op de tijdschaal geeft de tijd aan en verspringt
elke 30 minuten een segment vooruit, totdat het tijdstip bereikt wordt van de
geprogrammeerde OFF-tijd. Dan verdwijnen de zwarte segmenten in de lineaire
tijdschaal.
Herhaalde OFF en ON
De timer programmeren voor herhaalde OFF en ON, wanneer het apparaat WERKT.
• Voer de hierboven beschreven basisstappen uit.
• Herhaal de hierboven beschreven procedure terwijl de cijfers nog knipperen voor
het instellen van de ON-tijd.
De lineaire tijdschaal staat op ON tussen 00.00 uur tot de met de timer
geprogrammeerde OFF-tijd en vanaf de ON-tijd tot 24.00 uur. De knipperende
balk op de tijdschaal geeft de tijd aan en verspringt elke 30 minuten een
segment vooruit. Op deze manier functioneert het apparaat dagelijks volgens de
geprogrammeerde timerinstelling.
Herhaalde ON en OFF
De timer programmeren voor herhaalde ON en OFF, wanneer het apparaat NIET
WERKT.
• Voer de hierboven beschreven basisstappen uit.
• Herhaal de hierboven beschreven procedure terwijl de cijfers nog knipperen voor
het instellen van de OFF-tijd.
Voorbeeld timerinstelling
NL
21