REINIGEN
10. Gebruik enkel milde reinigers. Veel schoonmaakprodukten bevatten chemicaliën die de
kunststofbehuizing kunnen beschadigen. Gebruik ook geen benzine, terpentijn, verdunner of
gelijkaardige produkten.
STORINGEN
11. Om lichamelijke letsels te voorkomen, niet zelf proberen het apparaat te herstellen.
STORING
11.1 Geen onsteking.
11.2 Lage gasdruk of kleine
vlam.
11.3 Soldeerpunt wordt niet
warm.
MOGELIJKE OORZAKEN
a. Gastank leeg.
b. Te hoge of te lage
gasdruk.
c. Verstopt gasmondstuk.
a. Verstopt gasmondstuk.
b. Gas te koud.
c. Te weinig butaangas in
de tank.
a. Le catalyseur est usé.
b. Pression du carburant
insuffisante.
c. Verstopt gasmondstuk.
Nederlands
HET VERHELPEN
a. Vul de tank met butaangas.
b. De gasregelaar hoger of lager
instellen.
c. Reinig of vervang het mondstuk.
a. Reinig of vervang het mondstuk.
b. Houdt de soldeerbrander in
whanden tot dat het apparaat
opgewarmd is.
c. Gastank vullen.
a. Vervang het element.
b. Pas de gashoeveelheid met
deregelaar aan.
c. Reinig of vervang het mondstuk.
11