Getimede fotografi e (5/7)
De timer instellen
Voor een correcte werking dient u een interval te
kiezen dat ten minste één seconde langer is dan de
belichtingstijd. Wanneer u autofocus gebruikt, stelt u
de vertraging in op twee seconden of meer en kiest u
een interval van minimaal twee seconden langer dan
de belichtingstijd om ervoor te zorgen dat de camera
tijd heeft om te focussen. Als u ruisonderdrukking
bij lange sluitertijden gebruikt (beschikbaar op som-
mige digitale camera's), moet het interval ten minste
twee keer zo lang zijn als de belichtingstijd.
Nl
Intervals van 00:00:00 worden automatisch in-
gesteld op 00:00:01 wanneer er op de knop SET (In-
stellen;
) is gedrukt om de instellingen te activeren.
Als u het aantal opnamen wilt instellen op
(onbegrensd), selecteert u 1 en druk u omlaag met de
pijlknop ( ) of selecteert u 399 en drukt u omhoog
met de pijlknop.
12
2.3 Nadat u alle gewenste instellingen hebt aan-
gepast, drukt u op de knop SET (Instellen;
om de nieuwe instellingen te activeren. Er
klinkt een piep (als de luidspreker is ingescha-
keld) en de indicator SET (Instellen) gaat uit.
De nieuwe instellingen blijven van kracht tot-
dat u deze wijzigt of totdat de batterijen wor-
den verwijderd of leeg raken.
3. De timer starten
)
Druk op de knop TIMER START/STOP ( ). De timer
wordt gestart en TIMER ACTIVE (Timer actief;
gaat knipperen op het LCD-scherm. Tussen de
opnamen door wordt op het LCD-scherm de tijd
weergegeven die resteert tot de volgende foto.
Als de luidspreker aan staat, klinkt er om de se-
conde driemaal een piep voordat de sluiter wordt
geopend.
Terwijl de sluiter geopend is, wordt op het
LCD-scherm de tijd weergegeven die resteert
totdat de sluiter wordt gesloten en knipperen
het ontspannerlampje en de indicator RELEASE
(Ontspannen;
) om de seconde. Het aantal res-
terende foto's wordt elke keer dat er een foto is
genomen, bijgewerkt.
)