Materiaaltabel
7
Cementestrik
Anhydrietestrik
Afrormosia
Afzelia
Alpenden
Amerikaans mahonie
Amerikaans notenhout
Amerikaanse eik
Amerikaanse es
Amerikaanse witte eik
Amerikaanse zwarte wilg
Anmerikaans kersen
Anna Paulownaboom
Basralocus
Bergahorn
Berk
Blauwe gomboom
Ceder
Den
Douglasspar
Eik
Es
8
Nat/droog ledweergave
Naast de numerieke weergave van de meetwaarde in % relatieve materiaalvochtigheid, biedt de ledweer-
gave een aanvullende, materiaalafhankelijke evaluatie van de vochtigheid. Met toenemend vochtgehalte
verandert de ledweergave van links naar rechts.De weergave met 12 leds is onderverdeeld in 4 groene
(droog), 3 gele (vochtig) en 5 rode (nat) segmenten. Bij nat materiaal klinkt bovendien een signaal.
groen = droog
!
De classificatie ‚droog' betekent dat de materialen in een verwarmde ruimte het evenwichtsvocht-
gehalte hebben bereikt en in de regel geschikt zijn voor de verdere verwerking.
16
NL
Bouwmateriaalsoorten
Gipsbepleistering
Gasbeton
Houtsoorten
Europees kersen
Europees notenhout
Gele berk
Gele ceder
Groene beuk
Haagbeuk
Iep
Iroko
Khaya, mahonie
Lariks
Lichtrode meranti
Limba
Linde
Makoré
Merbau
Mesquite
Moerasden
Mutenye
Paardenkastanje
Pecanoot
geel = vochtig
Beton
Kalkzandsteen
Pruimenboom
Ratelpopulier
Redwood
Robinia
Rode ceder
Rode esdoorn
Rode iep
Sitkaspar
Spar
Teak
Westelijke hemlockspar
Westelijke witte pijnboom
Witte meranti
Zilverspar
Zwarte els
Zwarte esdoorn
rood = nat