Opstelling
1. Zorg ervoor dat alle verpakkingsmateriaal aan de binnenkant van de deur verwijderd werd.
2. OPGELET: Ga na of de oven niet beschadigd is, b.v. een deur die scheef hangt of gebogen is,
beschadigde dichtingen en dichtingsoppervlakken, kapotte of losse deurhengsels en sluitingen en
deuken binnen in de ovenruimte of aan de deur. Indien er ook maar enige schade wordt vastgesteld,
niet met de oven beginnen te werken en contact opnemen met een gekwalificeerd technicus.
3. Deze microgolfoven moet op een plat en stabiel oppervlak worden geplaatst dat het gewicht kan
dragen samen met de zwaarste etenswaren die in de oven kunnen worden klaargemaakt.
4. Plaats de oven niet op een plaats waar hitte, vocht of een hoge vochtigheidsgraad wordt
gegenereerd of in de nabijheid van brandbare materialen.
5. Om goed te kunnen werken, moet de oven beschikken over voldoende luchttoevoer. Laat 20cm vrije
ruimte boven de oven, 10cm aan de achterkant en 5cm aan beide kanten. Zorg ervoor dat geen
enkele van de openingen van het toestel bedekt is of dicht zit.
Verwijder de voetjes niet.
6. Werk niet met de oven indien de glazen schotel, de ring op wieltjes en de aandrijvingsas niet op hun
plaats zitten.
7. Zorg ervoor dat het snoer niet beschadigd is, dat het niet onder de oven of over een heet of scherp
oppervlak loopt.
8. Het stopcontact moet makkelijk bereikbaar zijn zodat de stekker in dringende gevallen snel kan
worden uitgetrokken.
9. Gebruik de oven niet in de open lucht.
Instructies m.b.t. aarding
Dit toestel moet geaard worden. Deze oven is uitgerust met een snoer dat een aardingsdraad en een
aardingspen heeft. Het moet worden aangesloten op een stopcontact dat correct geïnstalleerd en
geaard is.
Bij kortsluiting is er minder kans op elektrische schokken omdat er een aarding is en de elektrische
stroom kan worden afgeleid. Het verdient aanbeveling om een afzonderlijke stroomkring te gebruiken
enkel en alleen voor de oven. Een hoge spanning is gevaarlijk en kan brand tot gevolg hebben of andere
ongevallen waarbij de oven beschadigd raakt.
OPGELET: Bij niet-correct gebruik van de aardingspen bestaat er gevaar voor elektrische schokken.
Opmerkingen:
1. Indien u vragen heeft over aarding of elektrische aansluitingen, neemt u best contact op met een
gekwalificeerd elektricien of een technicus.
2. Noch de fabrikant noch de verkoper kan aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de oven of
lichamelijke letsels als gevolg van het feit dat er geen rekening werd gehouden met de voorschriften
m.b.t. elektrische aansluitingen.
De draden in het netsnoer hebben een verschillende kleur met de volgende betekenis:
Groen en geel = AARDINGSDRAAD
Blauw = NULLEIDER
Bruin = FASEDRAAD
Radio-interferentie
1. Wanneer u met de microgolfoven werkt, kan dat zorgen voor storingen op uw radio, uw TV of
gelijksoortige toestellen.
2. Wanneer er storing optreedt, kan die worden gereduceerd of uitgeschakeld door de volgende
maatregelen te nemen:
a. De deur en het dichtingsoppervlak van de oven reinigen.
b. De ontvangstantenne van de radio of TV anders richten.
c. Stel de microgolfoven anders op ten opzichte van de ontvanger.
d. Zet de microgolfoven verder weg van de ontvanger.
e. De microgolfoven aansluiten op een ander stopcontact zodat de microgolfoven en de ontvanger
aangesloten zijn op verschillende stroomkringen.
NL
GB
49
49