Controleer of beide ISOFIX-aansluitingen stevig
vast zitten aan hun ISOFIX-ankerpunten. De kleur
van de indicatoren op beide ISOFIX-connectoren
moet volledig groen zijn. (15)-1
Controleer of de voet goed vast zit door aan beide
ISOFIX-connectoren te trekken.
4
Druk op de ontrgendelknoppen van de ISOFIX-
connectoren en trek deze naar buiten om de voet
te verwijderen. (16)
5
Draai de ISOFIX-connectoren 180 graden en druk
op de ontgrendelknop om de ISOFIX-connectoren
op te vouwen.
6
De achterkant van het zitje MOET strak tegen de
autostoel rusten als in de afbeelding. (17)
De voorkant van het zitje MAG NIET over de
voorkant van de stoel uitsteken.
Niet gebruiken met een stand verder dan positie
2. (18)
Maak het zitje vast aan de ISOFIX-ankerpunten
(Zie Gebruik van ISOFIX-connectoren). Zorg
er voor dat de onderkant van het zitje volledig
contact maakt met de autostoel. (19)-1
Pas de zitting aan door de ISOFIX-ontgrendeling
vast te houden en de zitting naar binnen of naar
buiten te verplaatsen om de gewenste hoek te
krijgen als afgebeeld in (20)-1. Zorg er voor dat de
achterkant van het zitje de autostoel aanraakt als
afgebeeld in (20)-2.
73
AACE-instructie
7
Als u de hoofdsteun uit de auto verwijdert,
berg deze dan op een veilige plaats op; zie de
handleiding van de auto.
Een kind vastzetten in het zitje
Zet een kinderstoeltje stevig tegen de rugleuning
van een naar voren kijkende autostoel die is
voorzien van een heup/schoudergordel.
Laat uw kind in het stoeltje zitten met zijn of haar
rug plat tegen de rugleuning van het stoeltje.
Plaats de schouderriem door de geleider voor de
schouderriem als afgebeeld in (21)-1 (22)
Plaats de voertuiggordel NIET over de
bovenkanten van de armleuningen. Hij moet onder
de armleuningen doorgaan. (21)-2
Steek de autogordels door de gordelgeleider (21), en
zet ze vast in de gesp. (21)-3
Het kinderstoeltje kan niet worden gebruikt als
de gesp van de veiligheidsriem (vrouwelijke
gespkant) te lang is om het stoeltje veilig vast te
zetten. (21)-4
De heupriem moet laag over de heupen gaan.
Om voor de juiste hoogte van de hoofdsteun te
zorgen, MOET de onderkant van de hoofdsteun
gelijk zijn aan de bovenkant van de schouders van
het kind als afgebeeld in (22).
74
AACE-instructie