4. De ruw geschatte waarde
Fig. 2
Temperatuurmeting
Om beschadiging van het apparaat of andere apparatuur te vermijden, moet u niet vergeten dat wanneer het
apparaat geijkt is voor temperaturen van -20°C tot +1000°C en van 0°F tot 1800°F, het met het apparaat meege-
leverde thermokoppel van het type K geijkt is op 250°C. Wanneer de temperaturen zich buiten dit ijkingsgebied
bevinden, dient u een thermokoppel met een hogere ijking te gebruiken.
Het thermokoppel van type K wordt gratis bij het apparaat meegeleverd, dit is geen professioneel gereedschap:
u kunt het gebruiken voor het uitvoeren van niet kritieke metingen. Voor precieze metingen moet u een
professioneel thermokoppel gebruiken.
1. Zet de keuzeschakelaar op
2. Druk op de knop "FUNC." om een meting in Celsius of in Fahrenheit te selecteren.
3. Steek de zwarte stekker (of "-" van het thermokoppel van type K in de connector "COM" en de rode stekker (of "+" ) van het
thermokoppel in de connector "INPUTʺ.
4. Plaats de punt van het thermokoppel voorzichtig op het te testen voorwerp.
5. Wacht een ogenblik, totdat de meting wordt weergegeven.
1. Detectie van wisselspanning
1. Zet de keuzeschakelaar voor het bereik op ʺTEST" en schakel het apparaat uit.
2. Verplaats de bovenkant van het apparaat naar het te detecteren voorwerp. Als het apparaat een wisselspanning
detecteert, klinkt de ingebouwde zoemer en gaat de indicator voor detectie van wisselstroom branden.
2. Detectie van een onder spanning staande wisselstroomleiding
1. Zet de keuzeschakelaar voor het bereik op "TEST" en schakel het apparaat uit.
2. Sluit een testkabel aan op de connector "INPUT", pas de sonde van deze testkabel toe op de geleider van de te testen
leiding. Als de leiding een onder spanning staande wisselstroomleiding is, klinkt de ingebouwde zoemer en gaat de
indicator voor detectie van wisselstroom branden.
Automatische uitschakeling
Als u het apparaat ca. 15 minuten niet gebruikt, schakelt dit automatisch uit. Om het weer in te schakelen, hoeft u alleen maar
aan de keuzeschakelaar te draaien of op een willekeurige knop te drukken. Als u op de knop ʺ
weer in te schakelen na een automatische uitschakeling, wordt de functie automatische uitschakeling uitgeschakeld.
VERVANGEN VAN DE ACCU
Wanneer het symbool "
Gebruik voor het vervangen van de batterijen een schroevendraaier waarmee u de borgschroef van het deksel van het
batterijvakje 90° in de aangegeven richting kunt draaien (zie Figuur 3). Verwijder het deksel van het batterijvakje en vervang
de lege batterijen door nieuwe van hetzelfde type ("AAA").
Zet het deksel van het batterijvakje terug en draai de borgschroef 90° met de klok mee op het deksel te vergrendelen.
N.B.:
Oefen niet te veel kracht uit, om de borgschroef niet te beschadigen. Gebruik niet een te kleine schroevendraaier.
h
FE wordt weergegeven.
Temp
.
" wordt weergegeven, betekent dit dat de batterijen bijna leeg zijn en vervangen moeten worden.
Fig. 3
Teststekker van de transistor
N.B.
Voor het openen van het deksel van het batterijvakje
Borgschroef
" drukt om het apparaat