Sensor A = Activeert de functie "ON/OFF" of de functie
Cleaning mode".
- ON/OFF
Activeert alle functies of schakelt ze uit.
- Houd uw hand voor de sensor om te activeren.
- Wanneer het LED aan gaat, zijn de functies van de kap klaar
om geactiveerd te worden.
Opgepast! sAls men de werking van de kap via de respec-
tievelijke sensor onderbreekt en binnen 10 minuten geen
andere functie wordt geactiveerd, gaat de kap automatisch
over naar OFF. Als u daarna de kap opnieuw wenst in te
schakelen, moet u opnieuw uw hand voor de sensor A (on/
off ) houden.
- Herhaal de handeling om de functie te deactiveren.
- Cleaning Mode
Activeert de veilige modus voor de schoonmaak.
Blokkeert alle functies om onopzettelijk inschakelen te ver-
mijden tijdens de schoonmaakwerkzaamheden in uitvoering
op de kap.
- Om te activeren de hand ongeveer 4 seconden voor de
sensor houden.
- Wanneer de LED aangaat gevolgd door een veelvoudig
akoestisch signaal is de functie actief.
- Om de functie te deactiveren moet de handeling herhaald
worden.
Sensor B = Activeer de functie "TIMER" of de functie "CLEAN
AIR".
- Timer
indien de sensor B wordt geactiveerd, bij om het even welke
snelheid (exclusief de Intensieve snelheid), wordt de functie
Timer actief.
- De LED die overeenstemt met de sensor B, blijft aan,
gevolgd door een akoestisch signaal, dit betekent dat de
functie actief is.
- Na 15 minuten, na het einde van het tellen, gaat de kap uit
(motor en eventuele lichten aan).
- Als men de functie vóór het verstrijken van de 15 minuten
wil uitschakelen, moet men op de sensoren A en B activeren.
- Clean Air
Deze functie start de motor om het uur 10 minuten in eerste
snelheid voor een correcte recirculatie van de lucht in de
omgeving.
- Wordt geactiveerd door de hand voor de sensor B te houden,
de overeenstemmende LED gaat aan gevolgd door een akoes-
tisch signaal, dit betekent dat de functie actief is.
- de motor gaat om het uur 10 minuten aan in eerste snel-
heid, waarbij de LED overeenstemmend met de sensor B en
C vast aan blijft.
De overblijvende 50 minuten zijn alle LED uit met de motor
in werking.
- Als men de functie wil uitschakelen, moet men de sensoren
A en B activeren.
Attentie: met de functie "clean air"zijn alle functies gedeac-
tiveerd behalve de LICHTEN en de sensor OFF.
Sensor C = EERSTE SNELHEID
De motor gaat aan in eerste snelheid en wordt geactiveerd
door de hand voor de sensor C te zetten.
- De functie is actief wanneer de LED overeenstemmend
met de sensor aangaat gevolgd door een akoestisch signaal.
Sensor D = TWEEDE SNELHEID.
De motor gaat aan in tweede snelheid en wordt geactiveerd
door de hand voor de sensor D te zetten.
- De functie is actief wanneer de LED overeenstemmend
met de sensor aangaat gevolgd door een akoestisch signaal.
Sensor E = DERDE SNELHEID.
De motor gaat aan in derde snelheid en wordt geactiveerd
door de hand voor de sensor E te zetten.
- De functie is actief wanneer de LED overeenstemmend
met de sensor aangaat gevolgd door een akoestisch signaal.
Sensor F = INTENSIEVE SNELHEID (BOOSTER).
Indien de sensor F wordt geactiveerd met de motor in werking
in om het even welke ingestelde snelheid, wordt de INTEN-
SIEVE snelheid 10 minuten ingevoerd (4°snelheid)
- De functie is actief wanneer de LED overeenstemmend
met de sensor aangaat gevolgd door een akoestisch signaal.
- Als de functie actief is, blijft de LED vast aan terwijl de LED
van de eerder ingestelde snelheid uit gaat.
- Na 10 minuten zal de kap overgaan naar de derde snelheid.
- Als men de functie vóór het verstrijken van de 10 minuten
wil uitschakelen, moet men de sensoren A of F gebruiken.
De INTENSIEVE snelheid kan ook met uitgeschakelde kap
geactiveerd worden.
Sensor G = Schakelt het LICHT in en uit en duidt de FIL-
TERVERZADIGING aan.
- Lichten
om de lichten in te schakelen moet de hand voor de sensor
G gezet worden.
- Verzadiging antivetfilters/actieve koolstoffilters:
Na 30 u werking begint het LED van de sensor G met een
frequentie van 2 seconden te knipperen, dit betekent dat de
antivetfilters gewassen moeten worden.
Na 120 u werking begint het LED van de sensor G met een
frequentie van 1 seconde te knipperen, dit betekent dat de
koolstoffilters moeten gewassen of vervangen worden.
Wanneer de schoongemaakte filter terug is aangebracht, moet
het elektronisch geheugen gereset worden door de hand voor
de sensor G te houden en de instelling van de 30h/120h start
opnieuw vanaf nul.
DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE
DIE VOORTVLOEIT UIT HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DE
BOVENSTAANDE VOORSCHRIFTEN.
- 30 -