6.2. OMGEVINGSCONDITIES
Om de meest geschikte locatie te kiezen, moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden voor de
werking van het apparaat.
Omgevingscondities
Minimum temperatuur
Minimum omgevingsluchttemperatuur
Maximum omgevingsluchttemperatuur
Maximum relatieve vochtigheid zonder
condens
Houd er rekening mee dat er af en toe matige condensatie kan optreden als gevolg van temperatuurwisselingen. Daarom
is het, naast de bescherming die voor het apparaat beschikbaar is, noodzakelijk om de oplaadstations te controleren
wanneer ze in gebruik worden genomen op plaatsen waar het waarschijnlijk is dat niet aan alle hierboven beschreven
voorwaarden is voldaan.
Schakel de spanning op het apparaat niet in als condensatie aanwezig is.
6.3. STEUN- EN BEVESTIGINGSVLAKKEN
Om een correcte warmteafvoer te garanderen en de afdichting te bevorderen, moeten de oplaadstations op een perfect
verticale wand geïnstalleerd worden.
De wand waarop het apparaat moet worden bevestigd, moet stevig zijn. Het moet mogelijk zijn om in de wand te boren,
en om ankers en parkerschroeven te plaatsen die geschikt zijn om het gewicht van het apparaat te dragen.
-25°C
-25°C
+50°C
95%
199