WAARSCHUWING
• Volg de instructies van de fabrikant nauwkeurig en installeer de materialen volgens de plaatselijk geldende normen.
• Alle componenten mogen alleen gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor ze zijn ontworpen. Comelit Group S.p.A. is niet verantwoordelijk voor oneigenlijk gebruik van de
apparatuur, voor wijzigingen die om welke reden dan ook door derden zijn aangebracht, en voor het gebruik van accessoires en materialen die niet door de fabrikant zijn
aangeleverd.
• Alle producten voldoen aan de eisen van de richtlijn 2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen vervangt). Dit wordt bevestigd door het CE-label op de
producten.
• Monteer de aders van de stamleiding niet in de nabijheid van voedingskabels (230/400V).
TV-INTERFACE ART. 1257
Met Art. 1257 kan het videosignaal van de BUS-lijn vanuit de entreepanelen of vanuit
de aparte tv-camera's worden verdeeld over aparte monitors van de installatie,
televisies of over externe DVR's. Het apparaat kan gebruikt worden op systemen met
Simplebus 1-, Simplebus 2- en Simplebus Color-bekabeling. Zie voor de
aansluitafstanden tussen de aftakklem Art. 1214KC en de TV-interface Art. 1257 tabel
1. Zie voor alle andere afstanden MT/SBC/01, MT/SB2/01, FT/SBC/04, FT/SB2/15.
Afb. 1
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
1 Klemmenblok voor aansluiting van de installatie:
~+, ~- voedingsingangsklemmen (alleen voor Simplebus 1-installaties).
L L ingang BUS-lijn.
OUT GND uitgang 12V open collector (max 30mA). Te gebruiken voor inschakeling van
het relais, trigger voor DVR of "Function Switching"-signaal (ingang schakelaar).
V SH standaard samengesteld videosignaal
2 IND 1 IND 2 dip-switch voor instelling gebruikerscode
3 JP1 JP2 jumper voor selectie tussen de modi Zwart/Wit en Kleur.
4 JP4 jumper voor selectie tussen de modi Permanent en Tijdgeschakeld van het
OUT-signaal.
5 JP3 jumper voor selectie tussen de modi Simplebus 1, Simplebus 2,
Simplebus Color.
6 CV5 jumper voor het afsluiten van het videosignaal.
Kabeltype
Comelit-kabel Art. 4577 diameter 1 mm2 (Ø 1,2 mm AWG
17)
UTP5-kabel 5 diameter 0,2 mm2 (Ø 0,5 mm AWG 24)
Getwiste telefoonkabel diameter 0,28 mm2
(Ø 0,6 mm AWG 23)
Tweeaderige kabel diameter 0,5 mm2 (Ø 0,8 mm AWG 20)
Tweeaderige kabel diameter 1 mm2 (Ø 1,2 mm AWG 17)
Gevlochten en afgeschermde kabel diameter 1 mm2
(Ø 1,2 mm AWG 17)
Tweeaderige kabel diameter 1,5 mm2 (Ø 1,4 mm AWG 15)
Tab. 1
MAX. afstand tussen aftakklem Art. 1214KC en Art.
1257
60 m
(195 feet)
40 m
(130 feet)
40 m
(130 feet)
40 m
(130 feet)
40 m
(130 feet)
30 m
(100 feet)
40 m
(130 feet)
WERKING
De module kan op 4 verschillende manieren werken, afhankelijk van het type installatie:
• Modus Enkel adres (schema SB2V/020G)
In deze modus moet er verplicht minimaal één binnenpaneel aanwezig zijn, dat
gecodificeerd is met hetzelfde adres dat is ingesteld op de module. Art. 1257 wordt
uitsluitend geactiveerd na een oproepsignaal naar dit adres. Bij aansluiting op het
traject na de mixer Art. 4888, Art. 4888C moet Art. 1257 worden gecombineerd met
een intern videopaneel.
Om deze functie te programmeren stelt u het gewenste adres in op de dip-switch IND 1
en laat u IND 2 op nul (Voorbeeld instelling code 7) (afb. 2).
Afb. 2
• Onafhankelijke modus (schema SB2/ABH)
Gebruik deze modus alleen als Art. 1257 gemonteerd is op een traject van de
installatie vóór de mixer Art. 4888, Art. 4888C.
In deze modus moet de module verplicht een uniek adres hebben (niet gebruikt voor
andere binnenpanelen). Art. 1257 wordt uitsluitend geactiveerd na een oproepsignaal
naar dit adres.
Om deze functie te programmeren stelt u IND 1 in op "11111111" en stelt u op IND 2
het gewenste adres in (voorbeeld instelling code 3) (Afb. 3).
Afb. 3
• Modus Meerdere adressen (schema SB2V/021G)
In deze modus moet er verplicht minimaal één binnenpaneel aanwezig zijn voor elk
adres dat opgenomen is in de ingestelde reeks op de module. Art. 1257 wordt
uitsluitend geactiveerd na een oproepsignaal naar deze adressen. Bij aansluiting op
het traject na de mixer Art. 4888, Art. 4888C moet Art. 1257 worden gecombineerd
met interne videopanelen.
Om deze functie te programmeren stelt u op de dip-switch IND 1 het minimale adres
van de reeks in, en stelt u op IND 2 het maximale adres in (Voorbeeld instelling code
MIN 1 en code MAX 239) (afb. 4).
Afb. 4
• Modus Twee enkele adressen
In deze modus moet voor elk van de twee verschillende adressen die ingesteld zijn op
de module verplicht minimaal één binnenpaneel aanwezig zijn. Art. 1257 wordt
uitsluitend geactiveerd na een oproepsignaal naar deze adressen. Bij aansluiting op
het traject na de mixer Art. 4888, Art. 4888C moet Art. 1257 worden gecombineerd
met interne videopanelen.
Om deze functie te programmeren stelt u op de dip-switch IND 1 het hoogste adres in
en op IND 2 het laagste adres (voorbeeld instelling code 19 en
code 3) (afb. 5).
Afb. 5
5