6 TrIMMen Van de BesTurIng
Voor een goed vaargedrag van de boot moet de besturing in elk geval juist zijn
getrimd. Het afstellen van de trim is eenvoudig, maar er is wel wat geduld en gevoel
voor vereist. Neem de volgende aanwijzingen in acht: Beweeg de snelheidsregelaar
voorzichtig en laat de boot wegvaren.
6A Als de boot vanzelf naar rechts
vaart...
Als de boot vanzelf snel of langzaam
naar rechts afbuigt, draait u de trimre-
gelaar zolang tegen de klok in tot de
boot rechtdoor vaart.
7 BesTurIng Van de BooT
7A Gas geven: Beweeg de snelheids-
regelaar voorzichtig om te beginnen
met varen.
7C Naar links varen: Beweeg het stuur-
wiel voorzichtig naar links om een bocht
naar links te maken (met de boot van
achteren gezien).
8 de sChroef VerVangen
Als de schroef beschadigd is, moet deze worden vervangen. Draai hiervoor met een
tang de moer achter de schroef tegen de klok in los. Wikkel de schroef daarbij in een
doek om hem vast te houden. Let op, risico op verwondingen: pak de schroef nooit
vast met blote handen en verzeker u ervan dat er geen accu is aangesloten in de boot.
Draai daarna de schroef tegen de klok in los (8A).
Let er bij het vastschroeven van de nieuwe schroef op, dat eerst de schroef helemaal
op de as wordt geschroefd. Draai daarna de borgmoer vast aan.
34
6B Als de boot vanzelf naar links
vaart...
Als de boot vanzelf snel of langzaam
naar links afbuigt, draait u de trimre-
gelaar zolang met de klok mee tot de
boot rechtdoor vaart.
7B Stoppen/langzamer varen: Laat de
snelheidsregelaar voorzichtig los om
te stoppen of af te remmen.
7D Naar rechts varen: Beweeg het
stuurwiel voorzichtig naar rechts om
een bocht naar rechts te maken (met
de boot van achteren gezien).
aanWIJzIngen Voor VeIlIg Varen
ALGEMENE VAArTIPS:
• Stuur bij hoge snelheden niet te heftig,
zodat de boot niet kentert. Als de boot
ondersteboven ligt, bijvoorbeeld na een
botsing, dan kan hij weer rechtop
worden gedraaid door schoksgewijs
afwisselend voor- en achteruit gas te
geven.
• Duw de boot altijd eerst weg van de
oever.
• Let bij de keuze voor geschikt vaarwater
op de windrichting en de grootte van
het vaarwater. Het is niet raadzaam om
op stromende wateren zoals rivieren en
beken te varen met de boot.
• Vaar nooit met de boot in de buurt van
zwemmende mensen, dieren of echte
boten om het risico op botsingen en
schade uit te sluiten.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en
met gevoel.
• Houd altijd de boot in het oog, kijk niet
naar de zender!
• Beperk de snelheid en stuur in tegen-
gestelde richting wanneer de boot in
een ongewenste richting afdrijft.
• Om een bocht te maken, is het vaak al
genoeg om het stuurwiel een heel klein
beetje in de gewenste richting te draaien.
De eerste keren dat met de boot wordt
GESCHIKT VAArWATEr:
Het water waar u met de boot vaart, moet voldoen aan de volgende criteria:
• Let bij de keuze van geschikt vaarwater op de grootte en diepte van het water en op
de windrichting. Vaar in principe uitsluitend in zoet, stilstaand water, dus niet op
rivieren, beken of op zee.
• Het water/het gebied moet vrij van obstakels zijn, dus zonder overmatige plantengroei,
drijvend afval, dieren of zwemmende mensen.
Voor boten en raceboten die op open water worden bestuurd geldt een
verzekeringsplicht. Neem hiervoor contact op met de verzekeringsmaatschappij waar u
uw particuliere WA-verzekering hebt afgesloten.
Zorg ervoor dat uw nieuwe en eerdere RC-modellen door deze verzekering worden
gedekt. Laat een schriftelijke bevestiging opmaken en bewaar deze goed.
gevaren, heeft men meestal de neiging
de regelaars te heftig te bedienen.
Bedien het stuurwiel en de snelheids-
regelaar altijd langzaam en voorzichtig,
in geen geval snel of plotseling.
• Beginners kunnen na het afstellen van
de trim het best eerst de beheersing
van de zender oefenen. De boot hoeft in
het begin niet per se snel en wendbaar
te varen.
• Bewaar deze handleiding goed.
• De boot mag uitsluitend volgens de
aanwijzingen in deze handleiding
worden gebruikt.
• Schakel de zender en de boot uit
wanneer deze niet worden gebruikt.
• Verwijder de batterijen uit de zender en
de accu uit de boot wanneer deze
langere tijd niet worden gebruikt.
• Houd de boot steeds in het oog, zodat u
de controle erover niet verliest.
• Wanneer de zender niet meer goed
werkt, moeten de batterijen worden
vervangen.
• Als u nog geen ervaring met modelboten
hebt, raden wij aan de boot in gebruik
te nemen onder leiding van een ervaren
persoon.
• Controleer voor iedere vaart of de door u
gebruikte frequentie vrij is.
35