Tabel 2: Maskeringsconfiguraties voor maximaal bereik
Configuratie
Hoogte
(m)
Multibeam, optimaal
3
Multibeam
6
Ongevoelig voor
1,5
(huis)dieren [1]
Gordijndekking [2]
6
[1]
Maskeer de zwart gemarkeerde sectie voor huisdiervriendelijke
toepassingen tot maximaal 30 meter.
[2]
Maskeer de zwart gemarkeerde sectie voor toepassingen met
gordijndekking.
Afbeelding 9 geeft het zijaanzicht bij een montagehoogte van 3
meter.
Afbeelding 9
(1) Sectie voor ver bereik (30 m)
(2) Sectie voor kort/middenbereik (6 tot 20 m)
Opmerking afbeelding 9:
niveau 3, vereist montage op 3 m hoogte en aanpassing op 0º,
of montage op 1,5 m hoogte en aanpassing op −2º.
Afbeelding 10 geeft het zijaanzicht bij een montagehoogte van
6 meter.
Opmerking afbeelding 10:
volgens EN 50131-2-2.
Opmerking afbeelding 11:
sectie voor huisdiervriendelijke toepassingen tot maximaal 30
meter.
Opmerking afbeelding 12:
volgens EN 50131-2-2. Maskeer de zwart gemarkeerde sectie
voor toepassingen met gordijndekking.
Afbeelding 13 toont het patroon voor het maximale bereik in de
optimale positie (zie afbeelding 9). Maskering van de bovenste
sectie reduceert het bereik tot 20 meter.
Afbeelding 14 toont het patroon voor het minimumbereik (10
meter). In dit geval reduceert maskering van de bovenste
sectie van de lens het bereik tot 6 meter.
LED's
Afbeelding 17 geeft de LED's weer.
Afbeelding 17
Item
Kleur
(1)
Rood
(2)
Blauw
(3)
Infrarood
Programmeeropties
Pulstelling
De pulstelling is het aantal keren dat de detector een beweging
moet registreren voordat een alarm wordt geactiveerd.
De meest gevoelige instelling van de pulstelling is 1.
Detectie-LED ingeschakeld
•
Uit: detectie-LED is uitgeschakeld
•
Aan: detectie-LED signaleert detectie
P/N 146656999-1 (ML) • REV F • ISS 01MAR19
Hoek
Max.
Referentie
(°)
bereik (m)
0
30
Afbeelding 9
9
25
Afbeelding 10
−2
30
Afbeelding 11
45
5
Afbeelding 12
Compliance volgens EN 50131-2-2,
Deze configuratie is niet getest
Maskeer de zwart gemarkeerde
Deze configuratie is niet getest
Beschrijving
PIR actief
Detectiealarm
Looptestcommunicatie
Programmering
Afbeelding 16
(1) Programmeer-LED (rood)
(2) Programmeerknop
Tabel 3 hieronder geeft een overzicht van alle beschikbare
instellingen.
Tabel 3: Programmeerinstellingen
Waarde
Optie
1
1.
Bereik (m)
10
2.
Pulstelling
1*
3.
Detectie-LED
UIT*
4.
AM Uitgang
Alarm en Storing*
* Standaardinstelling
Opmerkingen
•
De antimask uitgang kan geprogrammeerd worden om
beide 'Alarm en Storing' relais te activeren, of alleen het
'Storing' relais.
•
Voor Klasse 3 regulering, zal 'Alarm en Storing' gekozen
moeten worden.
Instellingen van de DI601AM wijzigen:
Opmerking:
alleen de bovenste rode LED op de printplaat
wordt gebruikt bij het programmeren van de detector.
1.
Druk de programmeerknop in om de optie te selecteren
die u wilt programmeren. Met één keer indrukken
selecteert u bereik, met twee keer pulstelling en met drie
keer de detectie-LED.
2.
Wacht totdat de (rode) programmeer-LED uitgaat (meestal
na 4 seconden).
3.
Hierna knippert de programmeer-LED. Het aantal keren
dat de LED knippert, geeft de huidige instelling van de
gekozen optie aan.
4.
Druk de programmeerknop in om de nieuwe waarde in te
stellen. Voorbeeld: druk de knop drie maal in om het
bereik op 30 meter in te stellen.
De programmeer-LED knippert twee maal om aan te
geven dat de nieuwe waarde is ingesteld.
Gewijzigde instellingen voor de DI601AM worden opgeslagen
in het permanente geheugen van de detector.
Voorbeeld
U wijzigt als volgt de instelling voor de detectie-LED van
OFF in ON:
1.
Druk de programmeerknop drie keer in.
2.
Wacht totdat de programmeer-LED niet meer brandt.
3.
De programmeer-LED knippert één keer; dit betekent dat
de huidige waarde 'UIT' is.
4.
Druk de programmeerknop twee keer in.
5.
De programmeer-LED knippert twee keer; dit betekent dat
de nieuwe waarde is opgeslagen. De detector schakelt
hierna terug naar normaal bedrijf.
2
3
20
30*
2
AAN
Storing
29 / 46