WAARSCHUWiNg
Controleer elke keer de kettingspanning voor u de zaag
gebruikt.
WAARSCHUWiNg
Werk nooit met de kettingzaag zonder voldoende kettingolie
aangezien dit de machine kan beschadigen en een gevaar
is voor de veiligheid. Controleer het kettingoliepeil voor elk
gebruik!
O m t e r u g s l a g t e v e r m i j d e n , v o l g t u d e z e
veiligheidsrichtlijnen:
■ Zaag nooit met de top van het zwaard! Wees voorzichtig
wanneer u verder zaagt in een snede die u al voordien
maakte!
■ Start altijd te zagen met een kettingzaag die al draait.
Zorg ervoor dat de zaagketting altijd goed is geslepen.
■ Zaag nooit door meer dan één tak tegelijk! Wanneer u
takken snoeit, wees dan voorzichtig en raak geen andere
takken.
■ Wanneer u kortzaagt, let er dan op dat de stammen
erg dicht bij elkaar staan. Gebruik indien mogelijk een
zaagtafel.
Kettingzaag vasthouden (fig. 8)
Houd de kettingzaag altijd vast met uw rechterhand aan het
achterste handvat en uw linkerhand aan het voorste handvat.
Houd beide handvatten vast zodat duimen en vingers rond de
handvatten grijpen. Zorg ervoor dat uw linkerhand het voorste
handvat vasthoudt zodat uw duim zich onderaan bevindt.
Voorbereidingen voor gebruik
■ Voor u begint te werken, moet u het accupack in de
machine installeren.
■ D r u k o p d e a a n / u i t - k n o p ( i t e m 4 4 ) , h i e r d
o o r w o r d t d e s c h a k e l a a r t r i g g e r a c t i e f .
■ Start de machine: druk de inschakelbeveiliging (4) in en
druk dan op de aan-/uitschakelaar (5).
Het gebruik stopzetten
Laat de aan/uit-schakelaar (item 5) los om de kettingzaag te
stoppen.
De kettingrem gebruiken Z i E A f B E E L D i N g 2 2
C o n t r o l e e r v o o r g e b r u i k a l t i j d d e w e r k i n g v
a n d e k e t t i n g r e m
■ Schakel de kettingrem in door uw linkerhand rond de
voorste handgreep te draaien, waardoor de achterzijde
van uw hand de hendel/handbescherming van de
kettingrem naar de balk duwt terwijl de ketting snel
ronddraait. Zorg ervoor dat u beide handen altijd op de
zaaghandgrepen heeft.
■ Reset de kettingrem weer naar de RUN-stand door de
bovenzijde van de remhendel/handbescherming van de
ketting vast te pakken en in de richting van de voorste
handgreep te trekken.
Als de kettingrem de ketting niet onmiddellijk stopt of als de
kettingrem niet in de RUN-stand blijft zonder hulp, dient u de
zaag voor gebruik naar een erkend onderhoudsservice te
brengen ter reparatie.
Kettingzaag gebruiken
Zorg er steeds voor dat u stevig op de grond staat en de
kettingzaag met beide handen stevig vast heeft terwijl de
motor draait.
B A S i S C H T E C H N i E K E N V O O R H E T V E L L E
N , AfZAgEN VAN TAKKEN VAN EEN gEVELDE BOOM
EN KORTZAgEN VAN EEN BOOM
Zie afbeelding 9.
Bomen vellen
Wanneer u met twee of meer personen tegelijkertijd zaagt
en velt, moet het vellen op een andere plaats gebeuren dan
het zagen en moet de afstand tenminste twee keer de hoogte
van de te vellen boom bedragen. Bomen mogen niet worden
geveld wanneer iemand in gevaar wordt gebracht, een
leiding kan worden geraakt of materiële schade kan worden
veroorzaakt. Als de boom met een stroomleiding in aanraking
komt, breng dan de energiemaatschappij onmiddellijk hiervan
op de hoogte.
Stel u als bediener van de kettingzaag op een helling, boven
de te vellen boom op, omdat de boom na de val waarschijnlijk
bergaf zal rollen of glijden.Voor het vellen dient een vluchtweg
te worden gepland en wanneer nodig vrijgemaakt te worden.
De vluchtweg dient van de te verwachten vallijn schuin naar
achteren weg te leiden, zoals getoond.
Houd voor het vellen rekening met de natuurlijke helling van
de boom, de plaats van grote takken en de windrichting om
de valrichting van de boom te kunnen beoordelen. Verwijder
vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten en draad van de
boom.
Inkepingen zagen (een inkeping in een boom zagen om
de valrichting te bepalen) (fig. 10)
Zaag haaks op de valrichting een kerf met een diepte van 1/3
van de boomdiameter. Zaag eerst de onderste horizontale
inkeping. Hierdoor voorkomt u het vastklemmen van de
kettingzaag of van het zwaard bij het zagen van de tweede
inkeping.
Inkeping voor het vellen van de boom zagen (de laatste
inkeping zagen bij het vellen van een boom, aan de
tegenovergestelde kant van de eerste inkeping) (fig.10)
Zaag de inkeping voor het vellen van de boom minstens 50
mm boven de horizontale inkeping. Zaag de inkeping voor
het vellen van de boom parallel met de horizontale inkeping.
Zaag de inkeping slechts zo diep in dat er voldoende hout is
om als scharnier te werken. Het verbindingsstuk verhindert
dat de boom draait en in de verkeerde richting valt. Zaag het
verbindingsstuk niet door. Als de inkeping voor het vellen van
de boom in de buurt van het verbindingsstuk komt, moet de
boom beginnen te vallen.
Als het erop lijkt dat de boom misschien niet in de gewenste
richting valt of terugbuigt en de zaagketting vastklemt,
onderbreekt u het zagen van de inkeping voor het vellen
van de boom en gebruikt u een spie van hout, kunststof of
aluminium om de inkeping te openen en om de boom in de
gewenste valrichting te doen omslaan. Als de boom begint te
vallen, verwijdert u de kettingzaag uit de inkeping, schakelt u
de zaag uit, legt u deze neer en verlaat u het gevarenbereik
via de geplande vluchtroute. Let op voor naar beneden
vallende takken en struikel niet.
151
WAARSCHUWiNg