13 Stelknop voor
- impulsfunctie
- draaimomentbegrenzing
- max. draaimoment
14 Led-lamp (werklamp en rode waarschuwingslamp)
15 Drukschakelaar
* afhankelijk van de uitvoering
7. Gebruik
7.1
Elektronische veiligheidsuitschakeling
(...LTX BL...)
In geval van een plotselinge rotatie van het elek-
trisch gereedschap om de booras, bijv. door het
vasthaken/vastklemmen van het inzetgereed-
schap, gaat het gereedschap automatisch uit - voor
een betere controle op het gereedschap en hoge
bescherming van de gebruik in vergelijk met
gereedschap zonder deze functie.
De uitschakeling wordt door eenmalig rood branden
van de led-lamp (14) en een eenmalig piepen
aangeduid.
7.2
Accupack, capaciteits- en
signaalindicatie
Het accupack voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
U vindt de instructies voor het opladen van het
accupack in de gebruiksaanwijzing van de Metabo-
lader.
7.3
Accupack verwijderen, plaatsen
afb. C
7.4
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
afb. D
7.5
Versnelling kiezen
Snelheidsschakelaar (4) alleen gebruiken
wanneer de motor stilstaat!
7.6
Boren, slagboren instellen
Schuifschakelaar (3) activeren.
7.7
Draaimomentbegrenzing, maximaal
draaimoment, impulsgenerator instellen
Niet gedurende langere tijd met
ingeschakelde impulsgenerator werken! (De
motor kan oververhit raken.)
Afb. F
Bij de stelknop (13) de gewenste modus instellen:
1...10 =
draaimomentbegrenzing
=
maximaal draaimoment
=
impulsfunctie
afb. B
afb. E
afb. A
7.8
Aan-/uitschakelen, toerental instellen
afb. A
Inschakelen, toerental: drukschakelaar (15)
indrukken. Het toerental kan door het
indrukken van de drukschakelaar worden
veranderd.
Uitschakelen: Laat de drukschakelaar (15) los.
Opmerking: het geluid dat bij het uitschakelen
van de machine optreedt, is afhankelijk van de
constructie (snelstop) en heeft geen invloed op
het functioneren en de levensduur van de
machine.
7.9
Snelspan-boorhouder
Bij een zachte gereedschapsschacht moet u het
gereedschap na een korte boortijd eventueel nog
een keer spannen.
Aanwijzingen voor machines met de
aanduiding SB...:
1. Het ratelen dat na het openen van de
boorhouder eventueel hoorbaar is (afhankelijk
van de functie), wordt door het tegendraaien van
de huls uitgeschakeld.
2. Inzetgereedschap spannen:
huls in richting "GRIP, ZU" draaien, tot de
merkbare mechanische weerstand overwonnen
is.
Opgelet! Gereedschap is nu nog niet
gespannen! Met kracht verder draaien (hierbij
moet een "klik" hoorbaar zijn), tot verder
draaien niet meer mogelijk is - pas dan is het
gereedschap veilig gespannen.
Reinigen: de machine af en toe verticaal naar
beneden houden en de huls volledig in de
richting "GRIP, ZU" draaien en vervolgens
volledig in de richting "AUF, RELEASE"
draaien. Het verzamelde stof valt uit de
snelspan-boorhouder.
7.10 Boorhouder eraf draaien (alleen bij
gereedschap zonder snelwisselsysteem
Quick)
Erop en eraf draaien is niet mogelijk door de
gebruiker. Neem contact op met de klantenservice.
7.11 Boorhouder met snelwisselsysteem
Quick (bij machines met de aanduiding
...BL Q...)
Afnemen: Vergrendelingsring naar voren
schuiven (a) en de boorhouder er naar voren
aftrekken (b).
Aanbrengen: Vergrendelingsring naar voren
schuiven en de boorhouder tot aan de aanslag op
de boorspil schuiven.
7.12 Riemhaak (afhankelijk van de uitvoering)
/ bit-opslag aanbrengen (afhankelijk van
de uitvoering)
Riemhaak (8), zoals weergegeven, aanbrengen.
Bit-opslag (7), zoals weergegeven, aanbrengen.
NEDERLANDS nl
afb. G
Afb. H.
afb. I
23