Installatie-instructies
Algemeen
De ruimtesensor op afstand RS1 is ontwor-
pen voor een nauwkeurige temperatuurre-
geling van de retourlucht in het kanaal en
is op afstand van de thermostaat DPC-1 en
DPC-1R geplaatst.
Technische specificaties
Dit toebehoren omvat de volgende onder-
delen:
- NTC-sensor van 15 kOhm
- Contactstrip.
- Frontdeksel.
- Grondplaat van de sensor.
- Pluggen en schroeven.
Plaatsing
Om een goede werking te garanderen
dient de thermostaat op een binnenwand
geïnstalleerd te worden in een gedeelte van
het gebouw waar zich regelmatig mensen
bevinden. Bovendien moet de thermostaat
op minstens 50 cm afstand van een buiten-
muur en op ongeveer 1,5 m boven de vloer
in een ruimte met vrije luchtcirculatie en een
gemiddelde temperatuur geplaatst worden.
De volgende plaatsen dienen vermeden te
worden:
- Achter deuren of in hoeken waar de lucht
niet vrij circuleert.
- Plaatsen waar het directe zonlicht of de
door andere toestellen afgegeven warmte
het meten van de sensor beïnvloedt.
- Op een buitenmuur.
- Naast of op één lijn met de uitblaasroos-
ters van de airconditioning, trapgaten of
buitendeuren.
Algemene afmetingen in mm
- Plaatsen waar de werking mogelijk beïn-
vloed wordt door gas- of waterleidingen of
schoorstenen in een aangrenzende ruimte
of een niet-verwarmde of geklimatiseerde
ruimte achter de sensor.
- Plaatsen waar de werking door de lucht-
toevoer van een nabij toestel beïnvloed
wordt.
- In de buurt van elektrische storingsbron-
nen.
Bevestiging van de ruimtesen-
sor op afstand
Maak om de afstandssensor te bevestigen
het frontdeksel open zodat de grondplaat
van de sensor vrij komt.
Bevestig de sensor met de bijgeleverde
pluggen en schroeven op de wand.
Houd er rekening mee dat de rechthoekige
opening aan de onderkant van de grondplaat
dient voor de behuizing van de doorvoer van
de kabel van de elektrische aansluitingen.
Installatie
Aanbevolen wordt het installeren door een
erkend installateur uit te laten voeren.
1. In alle gevallen dienen de geldende lan-
delijke voorschriften in acht genomen
te worden.
2. Schakel de elektrische stroom van de
airconditioner uit.
3. Gebruik kabel met mantelbescherming
van 2 x 0,5mm
2
met een maximale lengte
van 100 m tussen de thermostaat en de
sensor. Vermijd dat de kabel langs dicht-
bijliggende vermogenskabels loopt.
��
��
NL
4. Maak de aansluitingen RS1 en RS2
aan de zijde van de thermostaat en
bij de contactstrip aan de zijde van de
sensor.
5. Schakel de stroom van de airconditioner
in.
6. Programmeer de oorsprong van de
sensor als S2.
Waarschuwing
Marcador no definido.Losse
kabels kunnen tot storingen in
de werking van het toestel en
oververhitting bij de aansluit-
klemmen leiden. Bovendien
bestaat er brandgevaar. Let er dus op dat
alle kabels goed vast zitten.
���������������������������
��������������
��
���������
�����������������
���������������������������
����������������
�����������������
����
���
���������
������
�������
�����������������������������
��
��
���������
����
���
15