Functies van de bureaustoel
A Hoogte van de zitting
Zitting lager zetten:
P
1.
naar boven trekken (zitting gaat langzaam omlaag)
Knop op gewenste zithoogte loslaten = vergrendelen
3.
Zitting hoger zetten:
P
1.
naar boven trekken (zitting komt langzaam omhoog)
Knop op gewenste zithoogte loslaten = vergrendelen
3.
B Neiging van de rugleuning
Rugleuning dynamisch instellen:
P
boven trekken, loslaten
Vergrendeling laat automatisch los
3.
Rugleuning vergrendelen:
P
gewenste neiging van de leuning bereikt is
naar beneden drukken, loslaten = vergrendelen
C Hoogte van de lordosesteun
(optioneel)
Hoogte instellen:
Leuning ontlasten
P
1.
Lordosesteun verschuiven
2.
Diepteinstelling lordosesteun (optie bij black dot
P
net): lordosesteun draaien om in te stellen
D Veerspanning instellen
Aanleundruk sterker instellen:
P
Draaiknop met de wijzers van de klok mee draaien
2.
Zwengel weer inschuiven
3.
Aanleundruk zwakker instellen:
P
Draaiknop tegen de wijzers van de klok in draaien
2.
Zwengel weer inschuiven
3.
16 Nederlands
Zitting belasten
Knop
2.
Zitting ontlasten
Knop
2.
Knop naar
1.
Rugleuning belasten
2.
Ertegen leunen tot de
1.
Knop
2.
Zwengel uittrekken
1.
Zwengel uittrekken
1.
E Neiging van het zitvlak (optioneel)
Zitting naar voren neigen:
P
Hendel uittrekken, vasthouden en tegen de klok in
2.
zwenken, hendel in gewenste zitneiging loslaten =
vastzetten
Zitting horizontaal zetten:
P
Hendel uittrekken, vasthouden en met de klok mee
2.
zwenken; zitting neigt weer naar de nulpositie
B
Zitting ontlasten
1.
Zitting ontlasten
1.
I
H
C
E