Waarschuwingen En Beperkingen; Installatie - 3M Aircare ACU-03 Manual Del Usuario

HB
Lees deze instructies in combinatie met alle andere toepasselijke
gebruiksaanwijzingen voor het complete adembeschermingssysteem.
UITPAKKEN
Uw 3M™ Aircare™ ACU-03/ACU-04 moet het volgende bevatten:
a) Aircare™ luchtfiltereenheid in wand/muuruitvoering
b) Verloopstuk 1/2" to 3/8"
c) man/man koppelingen (2)
d) Gebruiksinstructies
BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De 3M™ Aircare™ ACU-03/ACU-04 Unit levert lucht van hoge kwaliteit die
afkomstig is uit een externe bron met perslucht. De lucht wordt gezuiverd
van waterdruppels, vaste deeltjes en geuren. Dit gebeurt in drie stappen.
In de eerste stap worden waterdruppels en vaste deeltje vanaf 5 micron
verwijderd. In de tweede stap worden door middel van een samengesteld
filter deeltjes vanaf 0,01 micron en op water en olie gebaseerde aërosols
vanaf 0,01 mg/m³ verwijderd. In de derde stap worden door middel van
een absorptiefilter met actievekool alle dampen en hinderlijke geuren
verwijderd vanaf 0,003 ppm en boven 21°C.

^ WAARSCHUWINGEN EN BEPERKINGEN

• Juiste selectie, opleiding, gebruik en het juiste onderhoud van het
product zijn van essentieel belang om de drager te beschermen
tegen bepaalde verontreinigingen in de lucht.
• Het niet volgen van alle instructies over het gebruik van dit product
en/of het niet correct dragen van dit adembeschermingsproduct
tijdens de gehele blootstellingsduur kan nadelige gevolgen hebben
voor de gezondheid van de drager en leiden tot ernstige ziekte of
blijvende invaliditeit. De garantie kan daardoor komen te vervallen.
• Als u twijfelt of het product geschikt is voor uw toepassing, raden
wij u aan een arbeidshygiënist te raadplegen of contact op te
nemen met de Technisch Specialist van 3M Veiligheidsproducten
bij uw lokale 3M-vestiging. Adressen en telefoonnummers vindt u
op de achterkant van deze brochure.
• Gebruik deze Aircare™ strikt in overeenstemming met alle
instructies in dit boekje
• Zorg er altijd voor dat:
• De luchttoevoerbron bekend is;
• De zuiverheid van de luchttoevoer bekend is;
• De luchttoevoer een adembare kwaliteit heeft, volgens EN12021.
• Nooit gebruiken wanneer het zuurstofgehalte in de lucht lager is dan
19,5%. (Voorschrift van 3M. Individuele landen kunnen eigen
limietwaarden voor zuurstoftekort toepassen. Vraag in geval van twijfel
om advies).
• Niet gebruiken in omgevingen die een direct levensgevaar vormen.
• Niet gebruiken voor het filteren van concentraties van giftige stoffen en
gassen.
• Niet gebruiken met verstikkende stoffen.
• Niet gebruiken buiten temperatuurbereik van -10 °C to + 50 °C.
• Overschrijd de maximale werkdruk van 10 bar niet.
• Indien u het systeem wilt gebruiken in een explosieve omgeving, neem
dan contact op met 3M Technical Service.
• Voor gebruik in een ATEX milieu (groep II categorie 2).
• Monteer het product niet in een omgeving waar schokken kunnen
voorkomen.
• De luchttoevoerkwaliteit binnen ISO 8573-1:2010 klasse 1.4.2 valt.
• Pulserende druk en/of een gesloten circuit kan warmte genereren.
• De stoflaag op het product mag niet dikker zijn dan 5mm.
• De eenheid moet worden geaard via de persluchttoevoer.
• De eenheid mag niet in aanraking komen met vloeibare oplosmiddelen,
zuren of basen. Reinigen van het product dient te worden verricht met
behulp van een methode die beantwoordt aan de specificaties van de
ATEX-zone, bij voorkeur met milde zeep en water of antistatisch
producten.
• Filterregelaar: Gebruik geen Filterregelaar binnen systemen die trillingen
binnen de eenheid kunnen maken.
KEURINGEN
Dit product wordt geleverd door 3M Verenigd Koninkrijk PLC voor gebruik
in combinatie met apparaten met luchttoevoer waarvan de druk en de
stroomsnelheid zijn afgestemd op de fitereenheid. De kwaliteit van de
gefilterde lucht voldoet aan de vereisten van de internationale standaard
BS ISO 8573-1:2010 klasse 6-1. Deze klassen verwijzen naar de
deeltjesgrootte en het maximum aantal deeltjes per m³, en naar de
maximum concentratie olie. De '-' verwijst naar de niet-gespecificeerde
klasse voor waterdamp.
MARKERING VAN DE UITRUSTING
Ieder filter is gemarkeerd met het bijbehorende nummer.
De richting van de luchtstroom is gemarkeerd met een pijl.
P < 10 bar geeft de maximale werdruk aan.
-10°C < t < +50°C geeft het bedrijfstemperatuurbereik aan.

INSTALLATIE

Alleen voor de filtereenheid voor wandmontage - Controleer of de steunen
voor wandmontage goed aan de filtereenheid zijn bevestigd. Bevestig de
filtereenheid compleet met de toevoer- en afvoerslangen aan de muur.
Filtereenheden voor vloer- en wandmontage: de koppelingen voor de
toevoer- en afvoerslangen moeten voor het eerste gebruik worden
bevestigd. Deze bevestiging moet zodanig gebeuren dat de aansluiting
luchtdicht is. Raadpleeg de pijlen op de filterstappen voor de richting van
de luchtstroom.
Bevestig Broomwade-, Rectus- en CEJN-koppelingen, verkrijgbaar bij 3M,
aan de eenheid met het 3/8" verbindingstuk, mannelijk, dat is
meegeleverd.
Sluit de filtereenheid aan op de luchttoevoer en sluit de toevoerslang voor
de perslucht aan.
^ Sluit de drukmeter luchtdicht aan.
De optionele beveiligingsset kan volgens afbeelding 1 worden bevestigd.
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
Controleer of het product compleet, onbeschadigd en correct gemonteerd
is. Alle beschadigde en defecte onderdelen moeten voor gebruik worden
vervangen door originele 3M onderdelen.
Controleer de luchttoevoerslangen op beschadigingen en ga na of de
verbindingen luchtdicht zijn.
Controleer of de filterkommen stevig op het verdeelstuk zijn bevestigd en
of ze geen vloeistof bevatten. Laat de vloeistof indien nodig weglopen.
Controleer of de gefilterde lucht geursporen bevat. Bij aanwezigheid van
geur vervangt u het filterelement 3 (zie sectie Onderhoud)
Voer een luchtstroomcontrole uit zoals beschreven in de
gebruikersinstructies van het apparaat dat van gefilterde lucht wordt
voorzien. Het kan nodig zijn de regelaar op filterelement 1 van de
luchtfiltereenheid aan te passen. Als de differentiële drukindicator boven
aan filterelement 2 rood aangeeft of de vereiste luchtstroom niet kan
worden bereikt, vervangt u filterelement 2 (zie de sectie Onderhoud).
IN GEBRUIK
Schakel de luchttoevoereenheid in en stel de druk in op het gewenste
niveau met de regelaar op filterelement 1.
Verlaat de verontreinigde zone onmiddellijk wanneer:
a) Een deel van het systeem beschadigd is.
b) De luchttoevoer in het systeem afneemt of stopt.
c) Ademhalen moeilijk wordt.
d) Misselijkheid of ander ongemak optreedt.
e) U de verontreiniging ruikt of proeft, of als er irritatie ontstaat.
Draai na gebruik de regelaar op filterelement 1 helemaal tegen de klok in
om de druk in de luchtfiltereenheid uit te schakelen.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Gebruik een schone doek met een oplossing van water en een milde
huishoudelijke zeep.
Gebruik geen benzine, gechloreerde ontvetters (zoals trichloorethyleen),
organische oplosmiddelen en reinigingsproducten met schuurmiddel om
systeemonderdelen te reinigen.
ONDERHOUD
Onderhoud, service en reparaties mogen enkel uitgevoerd worden door
hiervoor opgeleid personeel.
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of ongeoorloofde
aanpassingen kunnen levensgevaarlijke gebruikssituaties
veroorzaken. Elke garantie komt dan te vervallen.
Indien onderdelen moeten worden weggegooid, moet dat gebeuren
conform de lokale regelgeving over veiligheid en milieu.
14