werkstuk markeren met een scherpe pen aan de zijde die tijdens het
zagen naar boven is gekeerd en tegen de achterkant ligt. Stel de plaats
van de markering in op de meter op het voetstuk (Afbeelding L).
•
Als u binnenplinten en plafondplinten zaagt, moet u 0,5 tot 1 mm
optellen bij de opgemeten muurlengte (plustolerantie).
•
Verwijder het zaagsel van de snede en gebruik een afsnijmes om de
achterste rand van het werkstuk te ontdoen van eventuele bramen
(Afbeelding M).
•
Na langdurig gebruik kan het noodzakelijk zijn om de zaaggeleiders
met een beetje silicone, was of olie in te vetten (Afbeelding N).
•
Gebruik het juiste zaagblad. Er is een volledig assortiment zaagbladen
voor hout en metaal verkrijgbaar.
•
Nooit forceren tijdens het zagen. ZAAG ALTIJD MET EEN LICHTE HAND!
Plafondplinten
•
Het kan soms problemen geven om een geprofileerd werkstuk op
correcte wijze op het zaagbord te plaatsen. U moet eraan denken dat het
bordoppervlak het plafond representeert tijdens het zagen. Als u het
rechter uiteinde van een plafondplint afkort, wordt dit tijdens het zagen
het linker uiteinde, omdat de plint 180° wordt gedraaid (Afbeelding O).
Schilderlijsten en spiegellijsten.
•
Monteer de snelspanklem(men) op zodanige wijze dat het werkstuk
goed vastzit tegen het bord en de achterkant (zie gebruiksaanwijzingen
voor snelspanklemmen).
•
De voorzijde van het werkstuk moet naar boven zijn gekeerd.
•
Begin met het afzagen van het rechter uiteinde (als u rechtshandig bent).
•
Gebruik altijd de meetformule om de lijstlengte te berekenen.
•
Markeer de plaats van de linker snede op de achterzijde van de lijst met
een scherpe pen of een mes.
•
Plaats het werkstuk, positioneer de lengtestop tegen de eerste snede en
zet deze vast (Afbeelding F).
•
Begin met de linker snede en ga verder met de werkstukken die dezelfde
lengte moeten hebben. Gebruik hierbij de lengtestop.
Als de lijst te kort is en de lengtestop niet haalt – moet u een afstandstuk
gebruiken (Afbeelding P).
Druk het afstandstuk met uw duim tegen de achterkant van het zaagbord,
schuif de rechterkant van de lijst tegen het afstandstuk en zet de lijst vast
met de snelspanklemmen.
Opmeten
Formule voor 4-, 5-, 6-, 8-, en 12-hoeken. (Afbeelding Q)
L = Lijstlengte (maximale lengte van beide zijden)
S = Zijde van het schilderij
W = Lijstbreedte van de gleufbodem
P = Speling tussen schilderij en gleuf
4-hoek (Rechthoekig):
5-hoek (Vijfhoek):
6-hoek: (Zeshoek):
8-hoek: (Achthoek):
12-hoek: (Twaalfhoek)
Als u niet gewend bent om met formules te werken, kan het bovenstaande
ook als volgt worden uitgedrukt:
4-hoek: (Rechthoekig)
•
Meet de lijstbreedte van de gleufbodem tot aan de buitenste rand en tel
hierbij de gewenste speling op.
L = S + 2 x (P + W)
L = S + 1,453 x (P + W)
L = S + 1,155 x (P + W)
L = S + 0,828 x (P + W)
L = S + 0,536 x (P + W)
15