nabijheid van elektrische ventilatorkachels, radiatoren of andere warmtebronnen plaatsen.
Om de warmte die ontstaat tijdens de werking van de spanningsomzetter goed af te leiden,
moet u voor een goede ventilatie zorgen.
Om de omgeving veilig te houden, houdt u de spanningsomzetter ver van licht ontvlambare
materialen, in het bijzonder van ontvlambare dampen of gassen. De spanningsomzetter
altijd afklemmen zodra hij niet meer in gebruik is. De spanningsomzetter niet blootstellen
aan regen of vocht. De spanningsomzetter niet in de nabijheid van warmtebronnen of in
direct zonlicht plaatsen.
Veiligheidsvoorschriften:
Gebruik de spanningsomzetter enkel met gelijkspanning zoals op het
-
label beschreven.
Gebruik de spanningsomzetter enkel met de bijgevoegde kabels.
-
Houd er bij elke aansluiting van de gelijkspanningszijde rekening mee, dat de polariteit
-
niet verwisseld mag worden.
Zorg er altijd voor dat er zich in de nabijheid geen ontvlambare materialen bevinden.
-
Gebruik de spanningsomzetter enkel met apparaten, die het vermogen niet
-
overschrijden.
Als u tegelijkertijd een batterijlaadtoestel gebruikt, controleer dan regelmatig of het niet
-
oververhit raakt.
Gebruik enkel zekeringen van hetzelfde type.
-
Als u de spanningsomzetter zonder draaiende motor gebruikt, raden wij aan deze
-
regelmatig weer te starten, om de batterij te laden.
Als de spanningsomzetter uitschakelt, start u niet gewoon opnieuw, maar lost u eerst
-
het probleem op.
-
Aansluiting spanningsomzetter:
1. Zorg ervoor, dat de ON/OFF-schakelaar, die zich op het voorpaneel bevindt, in de OFF (O)
positie staat.
2. Sluit de spanningsomzetter aan op een 12V gelijkstroombron, bijvoorbeeld op een
sigarettenaansteker of een batterijverbinding.
3. Na het aanklemmen de schakelaar in de ON positie zetten. Om na te gaan of de
spanningsomzetter in gebruik is, controleert u of de LED groen oplicht.
4. De schakelaar in de OFF positie zetten en dan het apparaat aansluiten.
gemodificeerde sinuscurve
De gemodificeerde sinuscurve produceert bij een hoge prestatie van de spanningsomzetter
een effectieve spanning (RMS) van 110 volt. De meeste AC spanningsmeters zijn op een
RMS-spanning gekalibreerd en vereisen, dat de gemeten golfvorm een zuivere sinuscurve
is. Bijgevolg lezen deze meetapparaten de effectieve spanning van de gemodificeerde
sinuscurve niet correct en zal het meetapparaat ca. 20 tot 30 volt te weinig meten bij meting
van de uitgangsleiding van de spanningsomzetter. Gebruik voor een exacte meting van de
uitgangspanning van de spanningsomzetter een spanningsmeter die de juiste
RMS-spanning meet, zoals een Fluke 87, Fluke 8060A, Beckman 4410, Triplett 4200 of een
40