Descargar Imprimir esta página

VERTO 51G053 Instrucciones De Uso página 105

Amoladora angular
Ocultar thumbs Ver también para 51G053:

Publicidad

MONTAGE VAN WERKTUIGEN MET SCHROEFDRAADOPENING
• Druk op de blokkadeknop van de spil (1).
• Demonteer het gemonteerde werktuig – indien aanwezig.
• Alvorens met de montage te beginnen, neem beide kragen –
binnenkraag (6) en buitenkraag (5) weg.
• Draai de schroefdraad van het werktuig op de spil en trek er zacht
aan.
Demontage van werktuigen met schroefdraadopening gebeurt in de
omgekeerde volgorde dan montage.
MONTAGE VAN HAAKSE SLIJPER IN DRIEPOOT
Onder de voorwaarde van de juiste montage is het mogelijk om de
haakse slijper in een driepoot voor haakse slijpers te gebruiken.
WERK / INSTELLINGEN
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, controleer de
toestand van de slijpsteen. Gebruik geen gebroken, versleten
of op een andere manier beschadigde slijpstenen. Zulke
werkstukken dienen altijd te worden vervangen. Na beëindiging
van de werkzaamheden altijd zet de slijper uit en wacht totdat
het werkstuk volledig stil is. Pas dan kan de slijper weggelegd
worden. Rem het werkstuk niet door het op het bewerkte
materiaal na het uitzetten van de slijper te drukken.
• Het is verboden om de slijper over te belasten. Bij overbelasting
en te grote drukkracht kan het gevaarlijk breken van het
werkstuk plaatsvinden.
• Indien de slijper tijdens de werkzaamheden valt, controleer
altijd en eventueel vervang het werkstuk bij constatering van
beschadiging of vervorming.
• Sla nooit met het werkstuk op het bewerkte materiaal.
• Vermijd het terugslaan met het werkstuk en afscheuren van
het materiaal, in het bijzonder bij bewerking van messen,
scherpe randen ezv. (het kan het verlies van controle over het
elektrogereedschap en terugslaan als gevolg hebben).
• Het is verboden om de rechte slijper met snijschijven (bv.
schijven voor hoekslijpers, zaagschijven voor hout ezv.) te
gebruiken. Het nalaten van zulke aanwijzing kan het terugslaan
van het elektrogereedschap, verlies van de controle en letsels
van de operator als gevolg hebben.
AAN- / UITZETTEN
Houd de slijper tijdens het opstarten en tijdens het werk altijd
met de beide handen vast.
• Druk op de achterkant van de hoofdschakelaar (2).
• Verchuif de schakelaar (2) naar voren - (naar de kop) (fig. C).
• Voor het continu gebruik - duw het voorste deel van de schakelaar.
• De schakelaar wordt automatisch vergrendeld voor het continu
gebruik.
• Om het apparaat uit te schakelen - druk op de achterkant van de
schakelaar (2) en schuif het terug.
Na het aanzetten van de slijper wacht totdat de slijpsteen de
maximale snelheid gaat bereiken en pas daarna begin het werk.
Het is verboden om op de schakelaar tijdens de werkzaamheden
te drukken om de slijper aan- en uit te zetten. De schakelaar mag
alleen bediend worden als de slijper het bewerkte materiaal niet
aanraakt.
Het toestel is voorzien in een onderspaningsspoel, wat betekent
dat indien de spanning tijdelijk wegvalt of het toestel op
een stopcontact met de schakelaar in de stand "aangezet"
aangesloten wordt, gaat het toestel niet aan. In zulk geval draai
de schakelaar terug naar de stand "uitgeschakeld" en zet het
toestel opnieuw aan.
SNIJDEN
• Het snijden met de haakse slijper kan alleen maar in de rechte
lijn.
• Snij geen materiaal dat in de hand wordt vastgehouden.
• Ondersteun de grote elementen en let op zodat de steunpunten
dicht bij de snijlijn en het einde van het materiaal zich
bevinden. Stabiel bevestigd materiaal gaat niet verschuiven
tijdens het snijden.
• Kleine elementen dienen met behulp van bv. klemmen,
bankschroef gemonteerd te zijn. Om meer precies snijden te
garanderen, bevestig het materiaal dicht bij het snijpunt.
• Vermijd trillingen of opspringen van de slijpschijf omdat op die
manier de kwaliteit van het snijden verlaagt en de schijf kan
breken.
• Tijdens het snijden oefen geen zijdruk op de snijschijf uit.
• Gebruik de snijschijf die aan het te snijden materiaal aangepast
is.
• Het is aangeraden dat bij het snijden de schuifrichting gelijk
aan de richting van de omdraaiingen van de snijschijf is.
Diepte van de snede is afhankelijk van de schijfdiameter (afb. G).
• Gebruik alleen schijven met nominale diameters die niet groter zijn
dan aanbevolen voor de bepaalde type slijper.
• Bij diepe sneden (bv. profielen, bouwblokken, bouwstenen ezv.) laat
de bevestigingskragen niet aan het bewerkte materiaal aanraken.
Tijdens het snijden raken de snijschijven zeer heet – raak deze
niet met blote lichaamsdelen voordat ze afgekoeld zijn aan.
SLIJPEN
Gebruik voor slijpwerkzaamheden bv. slijpschijven, slijpstenen,
lamellenslijpschijven, schijven met schuurtextiel, draadborstels,
flexibele schijven voor schuurpapier ezv.
Elke soort schijf alsook bewerkt materiaal eist een aangepaste
werkmethode en toepassing van de aangepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Het is verboden om snijschijven voor het slijpen te gebruiken.
Slijpschijven bestemd voor het verwijderen van het materiaal
met de rand van de schijf.
• Voer geen werkzaamheden met de zijoppervlakte van de schijf
uit. De optimale werkhoek van deze soort schijven bedraagt
o
30
(afb. H).
• Werkzaamheden verbonden met het slijpen kunnen alleen met
gebruik van de slijpschijven bestemd voor de bepaalde soort
materiaal uitgevoerd worden.
105

Publicidad

loading