7.1 Instellen van de arbeidsdiepte
Opgelet! De arbeidsdiepte
A
enkel instellen wanneer de
stekker is uitgetrokken.
Opgelet! De arbeidsdiepte
A
werd door Brill vooraf inge-
steld en moet zeer voorzichtig bij-
gesteld worden, omdat een te diep
indringen in de bodem schade aan
het apparaat kan veroorzaken
door overbelasting. Correcte verti-
cuteerdiepte < 3mm.
De arbeidsdiepte moet ingesteld
worden naargelang de betref-
Gebruik
Goed onderhouden gazon, steenvrij, zachte bodem
Stenige, niet onderhouden bodem
Niet onderhouden oppervlakte met veel mos
7.2 Aanbrengen van het verleng-
snoer
De koppeling van het verlengsnoer
eerst in de stekker van de startscha-
kelaar steken en vervolgens zo in
de snoerontlasting (Afb. G) hangen
dat het verlengsnoer naar de stek-
ker lichtjes doorhangt.
De snoerontlasting verhindert een
ongewild onderbreken van de elek-
trische steekverbinding.
De snoerreserve steeds compleet
en in grote windingen uitspreiden.
De stekker van het verlengsnoer in
het hiervoor voorziene stopcontact
steken.
De netaansluitdoos moet beveiligd
zijn met minstens 16 A.
Het verlengsnoer moet zo geleid
worden dat het bij het verticuteren
steeds aan de zijde ligt, die reeds
geverticuteerd werd.
Opgelet! Het verlengsnoer
A
mag niet tussen deuren of
raamspleten geklemd worden!
Het verlengsnoer steeds aan de
fende gras- en bodemomstandig-
heden.
De arbeidsdiepte kan d.m.v. het
verstelbaar handwiel traploos ver-
steld worden (Afb. C Pos. 8)
Na veelvuldig gebruik kan de
arbeidsdiepte afhankelijk van de
slijtage aan het mes bijgesteld
worden.
Opmerking:
Stekker uit het stopcontact trekken!
De instelling moet steeds op een
vlakke bodem gecontroleerd en
ingesteld worden, bij de positie D
Arbeidsdiepte
Instellen op bodemhoogte
Instellen op bodemhoogte,
bij steenslag geringere arbeidsdiepte instellen
Beginnen met geringe arbeidsdiepte
stekker, resp. aan het koppelings-
huis uit het stopcontact trekken.
7.3 Starten
Start of druk de aanzetschakelaar
voorzichtig, volgens de aanwijzin-
gen van de fabrikant. Let op vol-
doende afstand van de voeten tot
het snijgereedschap. Plaats de
verticuteermachine op een vlak
gedeelte van het gazon.
Controleer het terrein waar de
machine moet gebruikt worden
en verwijder alle voorwerpen,
die meegesleurd en weggeslingerd
zouden kunnen worden.
Wordt de verticuteerwals door een
vreemd voorwerp geblokkeerd of
de motor overbelast, laat dan beide
schakelbeugels (Afb. F Pos. 6) de
schakelbeugel (Afb. E Pos. 6) los;
de motor schakelt automatisch uit.
Indien nodig, de stekker uit het
stopcontact trekken en vreemd
voorwerp verwijderen.
Opgelet! Bij het inschakelen
A
van de motor mag de ver-
ticuteermachine niet gekanteld
van de bedieningshefboom (Afb. D
Pos. 3), moeten de mespunten
de bodem lichtjes raken. Bij een
onderhouden, vlak gazon kan
d. m. v. het verstelbaar handwiel
(Afb. C Pos. 8) nog een
⁄
1
4
in de richting + toegevoegd wor-
den.
De positie van de bedieningshef-
boom is afhankelijk van de slijtage
van de messen en van de instel-
diepte. Is de bedieningshefboom
aan het einde van de geleiding,
zijn de messen versleten en moeten
vervangen worden.
worden, tenzij de verticuteermachi-
ne even moet opgeheven worden.
Kantel de machine in dit geval
slechts zo ver als nodig en hef
enkel de zijde die van de gebrui-
ker is afgewend op.
Plaats voor het starten de bedie-
ningshefboom (Afb. D Pos. 3)
op D (Drive).
Afbeelding E (30 VE)
Druk om te starten de duwstang
wat naar beneden, zodat de verti-
cuteerwals vrij kan lopen, druk
dan op de schakelknop (Afb. E
Pos. 10), met de andere hand trekt
u de schakelbeugel (Afb. E Pos. 6)
naar de duwstang. Nadat de motor
is gestart, laat u de startknop los.
Afbeelding F (32 VE)
Druk om te starten de duwstang
wat naar beneden, zodat de verti-
cuteerwals vrij kan lopen, druk dan
op de startknop (Afb. F Pos. 10),
met de andere hand drukt u op
één van de twee schakelbeugels
(Afbeelding F Pos. 6). Nadat de
motor is gestart, laat
u de startknop los.
-draaiing
NL
29