de kabel beschadigd is, schakel dan de stroom uit en koppel de
netadapter onmiddellijk los.
• Steek de stekker van de netadapter in een geschikt stopcontact.
NIET gebruiken in een meervoudig stopcontact.
• Steek de netadapter NOOIT met natte handen in het stopcontact en
trek deze er ook NOOIT met natte handen uit.
• Haal de netadapter NIET uit elkaar en probeer deze NIET zelf te repareren.
Hantering en gebruik van batterijen
• Bewaar de batterijen op plekken buiten het bereik van baby's,
peuters en kinderen.
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, wanneer deze niet vermeden wordt, kan
2.2 Let op
leiden tot licht tot matig letsel bij de gebruiker
of patiënt of tot schade aan de apparatuur of
aan andere eigendommen.
• Gebruik deze bloeddrukmeter niet meer en raadpleeg uw arts als u
last krijgt van huidirritatie of ongemak.
• Raadpleeg uw arts voordat u deze bloeddrukmeter gaat gebruiken
op een arm waar een intraveneuze toegang of behandeling, of een
arterioveneuze shunt (A-V) aanwezig is, omdat dit een tijdelijke
verstoring van de bloeddoorstroming kan veroorzaken en kan
leiden tot letsel.
• Raadpleeg uw arts voordat u deze bloeddrukmeter gebruikt als bij u
een mastectomie is uitgevoerd.
• Raadpleeg uw arts voordat u deze bloeddrukmeter gebruikt als
u last hebt van ernstige problemen met de doorstroming van het
bloed of aan bloedaandoeningen lijdt, aangezien het opblazen van
de manchet tot kneuzingen kan leiden.
• Voer NIET vaker dan nodig is metingen uit omdat anders kneuzingen
kunnen optreden door belemmering van de bloedcirculatie.
• Pomp de armmanchet ALLEEN op als deze is aangebracht op uw
bovenarm.
• Verwijder de armmanchet als deze niet begint met ontluchten
tijdens een meting.
• Gebruik deze bloeddrukmeter UITSLUITEND voor het meten van de
bloeddruk.
• Zorg ervoor dat er tijdens de meting binnen een bereik van 30 cm
van deze bloeddrukmeter geen mobiel apparaat aanwezig is of een
ander elektrisch apparaat dat elektromagnetische velden afgeeft.
Dit kan een onjuiste werking van de bloeddrukmeter en/of een
onnauwkeurig meetresultaat tot gevolg hebben.
• Haal deze bloeddrukmeter of andere onderdelen hiervan NIET
uit elkaar en probeer deze NIET zelf te repareren. Dit kan een
onnauwkeurig meetresultaat tot gevolg hebben.
• Gebruik de bloeddrukmeter NIET op een locatie die vochtig is of
waar het risico bestaat dat er water op deze bloeddrukmeter spat.
Anders kan deze bloeddrukmeter beschadigd raken.
• Gebruik deze bloeddrukmeter NIET in een bewegend voertuig, zoals
in een auto of in een vliegtuig.
• Laat deze bloeddrukmeter NIET vallen en stel deze niet bloot aan
sterke schokken of trillingen.
• Gebruik deze bloeddrukmeter NIET op plaatsen met hoge of lage
luchtvochtigheid of hoge of lage temperaturen. Zie paragraaf 6.
• Houd tijdens de meting de arm in de gaten om er zeker van te
zijn dat de bloeddrukmeter geen langdurige belemmering van de
bloedcirculatie veroorzaakt.
• Gebruik deze bloeddrukmeter NIET in omgevingen met intensief
gebruik zoals medische klinieken of huisartsenpraktijken.
• Gebruik de meter NIET tegelijk met andere medische elektrische (ME)
apparatuur. Dit kan een onjuiste werking van de bloeddrukmeter
en/of een onnauwkeurig meetresultaat tot gevolg hebben.
• Vermijd het nemen van een bad, het drinken van alcohol of cafeïne,
roken, lichamelijke inspanning en eten gedurende ten minste
30 minuten voordat u een meting verricht.
• Rust minimaal 5 minuten uit voordat u een meting verricht.
• Verwijder strakke of dikke kleding van uw arm bij het uitvoeren van
een meting.
• Blijf stilzitten en praat NIET tijdens een meting.
• Gebruik de armmanchet ALLEEN bij personen wiens armomtrek
binnen het gespecificeerde bereik van de manchet valt.
• Zorg dat deze bloeddrukmeter op kamertemperatuur geacclimatiseerd
is voordat u een meting gaat uitvoeren. Het uitvoeren van een meting
na een grote temperatuurverandering kan leiden tot een onnauwkeurig
meetresultaat. Als u de bloeddrukmeter gaat gebruiken bij temperaturen
die geschikt zijn voor gebruik, nadat de bloeddrukmeter werd opgesla-
gen op de maximale of minimale temperatuur voor opslag, raadt OMRON
u aan ongeveer 2 uur te wachten tot de bloeddrukmeter is opgewarmd
of afgekoeld. Raadpleeg paragraaf 6 voor aanvullende informatie over de
werkingstemperatuur en de temperatuur voor opslag/transport.
• Gebruik deze bloeddrukmeter NIET nadat de levensduur ervan is
verstreken. Zie paragraaf 6.
• Vouw/buig de armmanchet of de luchtslang NIET te ver door.
• Vouw de luchtslang NIET op en knel deze NIET af tijdens een meting.
Dit kan letsel veroorzaken door onderbreking van de bloedstroom.
NL
NL2