ATLAS D 32 CONDENS SI UNIT
Controles tijdens de werking
•
Schakel het apparaat in zoals beschreven in sez. 2.3.
•
Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
•
Controleer de doeltreffendheid van de afvoerleiding en de rookgas-luchtpijpen
tijdens de werking van de verwarmingsketel.
•
Controleer of de watercirculatie tussen de verwarmingsketel en de installaties cor-
rect verloopt.
•
Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct werkt door hem ver-
schillende malen te ontsteken en weer uit te zetten door middel van de omgeving-
sthermostaat of de afstandsbediening.
•
Controleer of de deuren van brander en brandstofkamer hermetisch sluiten.
•
Controleer of de brander naar behoren werkt.
•
Voer brandstofanalyse uit (met de verwarmingsketel in stabiele toestand) en contro-
leer of het gehalte aan CO
in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
•
Controleer de correcte programmering van de parameters en programmeer het ap-
paraat naar gelang de persoonlijke behoeften (compensatiecurve, vermogen, tem-
peratuur e.d.).
4.3 Onderhoud
Periodiek onderhoud
Met het oog op langdurige goede werking van het apparaat moet het jaarlijks door gekwalificeerd
personeel op de volgende punten gecontroleerd worden:
•
De besturings- en veiligheidsinrichtingen moeten correct functioneren
•
Het circuit voor rookafvoer moet optimaal functioneren.
•
Controleer of de brandstoftoevoer- en -afvoerleidingen niet verstopt of beschadigd zijn.
•
Reinig het filter van de brandstofaanzuigleiding.
•
Bepaal het juiste brandstofverbruik
•
Reinig de verbrandingskop bij de brandstofuitgang, op de wervelschijf.
•
Laat de brander gedurende ongeveer 10 minuten op volle kracht werken en analyseer daarna
het verbrandingsproces als volgt:
-
De juiste afstelling van alle elementen, die in deze handleiding vermeld staan
-
Temperatuur van de rook in de afvoerleiding
-
Percentage CO2
•
De lucht-rookgaspijpen en het eindstuk moeten vrij zijn van obstakels en geen lekken hebben
•
Brander en warmtewisselaar moeten schoon zijn, zonder afzettingen. Maak geen gebruik van
chemische producten of staalborstels om ze te reinigen.
•
De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
•
De waterdruk van de installatie moet in de ruststand circa 1 bar zijn; indien dit niet het geval
is, de installatie naar deze waarde terugbrengen.
•
De circulatiepomp mag niet geblokkeerd zijn.
•
Het expansievat moet gevuld zijn.
•
Controleer de magnesiumanode en vervang ze, indien nodig.
Ommanteling, paneel en sierelementen van de verwarmingsketel kunnen zonodig scho-
A
ongemaakt worden met een zachte doek, eventueel bevochtigd met water met zeepo-
plossing. Vermijd het gebruik van elke soort schuurmiddel of oplosmiddel.
Reiniging van de verwarmingsketel
1.
Schakel de stroom naar de verwarmingsketel uit.
2.
Verwijder het bovenste en onderste paneel aan de voorkant.
3.
Draai de knoppen op de deur los om de deur te openen.
4.
Maak de binnenkant van de verwarmingsketel en het volledige traject van de afge-
voerde rook schoon met een borstel of met druklucht.
5.
Bevestig de betreffende knop om de deur weer te sluiten.
Voor het reinigen van de brander raadpleegt u de aanwijzingen van de Fabrikant.
Demontage van de brander
•
Koppel de verwarmingsketel los van het stroomnet.
•
Draai de schroef "A" los om de afdekking "B" te verwijderen, zodat alle accessoires
toegankelijk worden.
•
Draai de moer "C" los en plaats de brander zodanig dat de sproeier toegankelijk is.
fig. 33 - Demontage van de brander
Reiniging van de verwarmingsketel
1.
Schakel de stroom naar de verwarmingsketel uit.
2.
Verwijder de brander zoals eerder beschreven werd.
3.
Draai de betreffende moeren los om de panelen "E" en "F" te verwijderen.
4.
Maak de binnenkant van de verwarmingsketel en het volledige traject van de afge-
voerde rook schoon met een borstel of met druklucht
5.
Doe de panelen weer dicht.
Reiniging van de rookrecuperator
Maak de recuperator als volgt schoon:
•
Verwijder het deksel B.
•
Verwijder de afsluitdeksels C van de rookrecuperator.
•
Maak de recuperator met een zuiger van binnen zorgvuldig schoon.
•
Bij hardnekkig vuil kan de binnenkant gereinigd worden met een geschikte water-
sproeier. Wees hierbij voorzichtig en zorg ervoor dat de gietijzeren elementen van
de rookkamer niet te nat worden. Maak de sifon los en laat het water weglopen door
de condensafvoer D.
cod. 3541G830 - Rev. 03 - 04/2018
fig. 34
fig. 35 - Reiniging van de recuperator
NL
81