NEDERLANDS
Onderdelen
Dit gereedschap kan de volgende onderdelen bevatten:
1. Aan/uit-schakelaar
2. Ontgrendelingsknop
3. Ontgrendelingsknop van klemarm
4. Klemarm
5. Klemarmregelaar
6. Zool
7. Bladklem
8. Accu
Montage
Waarschuwing! Verwijder voor montage de accu van het ger-
eedschap en controleer dat het zaagblad niet meer beweegt.
Zaagbladen die kort tevoren in gebruik zijn geweest, kunnen
heet zijn.
Zaagblad aanbrengen (fig. A)
Houd het apparaat van het lichaam af.
u
Druk de hendel (9) naar beneden en houd deze in deze
u
positie om een zaagblad te plaatsen.
Plaats het zaagblad in de zaagklem (7) zoals weerge-
u
geven.
Laat de hendel los.
u
Druk de hendel (9) naar beneden en trek het zaagblad uit
u
de houder om deze te verwijderen.
Zaagblad verwijderen (fig. A)
Waarschuwing! Verbrandingsgevaar: Raak het blad niet
onmiddellijk na gebruik aan. Aanraking van het blad kan
leiden tot letsel.
Druk de hendel (9) naar beneden.
u
Verwijder het blad
u
De accu plaatsen en verwijderen (fig. B)
U plaatst de accu (8) door deze op één lijn te plaatsen met
u
het contragedeelte op het gereedschap. Schuif de accu in
het contragedeelte en duw totdat de accu vastklikt.
Als u de accu wilt verwijderen, drukt u op de vergrende-
u
lingsknoppen (10) en trekt u tegelijkertijd de accu uit het
contragedeelte.
Gebruik van het gereedschap
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Niet overbelasten.
De accu opladen (fig. C)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen
en ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert
voor taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd.
Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal
en duidt niet op een probleem.
32
(Vertaling van de originele instructies)
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij omgevingstempera-
turen onder 10° C of boven 40° C. Aanbevolen laadtemper-
atuur: ongeveer 24 °C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur
van de accu lager is dan ongeveer 10° C of hoger dan
40° C.
Laat de accu in dat geval in de lader zitten. De lader wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste
temperatuur heeft.
Als u de accu (8) wilt opladen, schuift u de accu in de
u
lader (11). De accu past maar op één manier in de lader.
Forceer de accu niet tijdens het aansluiten. Zorg ervoor
dat de accu goed in de lader is geplaatst.
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
u
Het oplaadlampje (12) gaat langzaam groen knipperen.
Als het lampje (12) continu groen brandt, is de accu volledig
opgeladen. U kunt de accu gewoon in de lader laten zitten
wanneer het oplaadlampje brandt. Het lampje gaat groen
knipperen (opladen), omdat de accu door de lader af en toe
wordt bijgeladen. Het oplaadlampje (12) blijft branden zo lang
de accu zich op de lader bevindt en de lader is aangesloten
op het stopcontact.
Lege accu's moet u binnen een week opladen. Als u
u
accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de accu's
aanzienlijk verminderd.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu gedurende onbeperkte tijd in de lader laten
zitten terwijl het oplaadlampje brandt. De lader zorgt ervoor
dat de accu altijd volledig opgeladen is.
Problemen met de accu
Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of be-
schadigd is, gaat het oplaadlampje (12) snel rood knipperen.
Ga in dat geval als volgt te werk:
Verwijder de accu (8) en plaats deze opnieuw.
u
Als het oplaadlampje snel rood blijft knipperen, gebruik
u
dan een andere accu om te controleren of de lader wel
goed werkt.
Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de
u
oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een
servicecentrum voor recycling.
Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet
u
u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum.
Opmerking: Het kan soms een uur duren om na te gaan of
de accu goed functioneert. Als de accu te warm of te koud
is, knippert het lampje afwisselend snel en langzaam
rood.
In- en uitschakelen (fig. D)
Het gereedschap is voorzien van een ontgrendelingsknop om
te voorkomen dat het per ongeluk wordt ingeschakeld.