Geluids‐ en vibratie‐informatie (gemeten volgens EN 60745):
Typisch A‐gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
Typisch A‐gekwalificeerd emissiegeluidsniveau.
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau
Triaxiale vibratiewaarden (vibratievectorsom)
Zagen van houten platen, a
h, B
Onzekerheid (K) voor zagen van houten platen
Zagen van houten balken, a
h, WB
Onzekerheid (K) voor zagen van houten balken
5. Veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 5.1 bevatten
de algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch
gereedschap die volgens de van toepassing zijnde
normen in de gebruiksaanwijzing moeten worden
vermeld. Ze kunnen dus aanwijzingen bevatten die
voor dit apparaat niet van belang zijn.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
WAARSCHUWING! Lees alle aanwijzingen en vei-
ligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoor-
schriften en aanwijzingen niet in acht worden geno-
men, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheids-
instructies en voorschriften goed, zodat u ze later
nog eens in kunt zien. Het hierna gebruikte begrip
"elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektri-
sche gereedschappen voor gebruik op het stroomnet
(met netsnoer) en op elektrische gereedschappen
voor gebruik met een accu (zonder netsnoer).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
b) Werk niet met het gereedschap in een explo-
sieve omgeving waarin zich brandbare vloeistof-
fen, gassen of stof bevinden. Elektrische gereed-
schappen veroorzaken vonken die het stof of de
dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de con-
trole over het gereedschap verliezen.
101 dB (A)
90 dB (A)
3 dB (A)
gemeten volgens EN 60745‑2‑11
13 m/s²
3 m/s²
16 m/s²
5 m/s²
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereedschap moet in
het stopcontact passen. De stekker mag in geen
geval worden veranderd. Gebruik geen adap-
terstekkers in combinatie met geaarde gereed-
schappen. Onveranderde stekkers en passende
stopcontacten beperken het risico van een elektri-
sche schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wan-
neer uw lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen
en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van
een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het gereedschap te dragen of op te hangen of om
de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen
en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde
of in de war geraakte kabels vergroten het risico
van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goed-
gekeurd. Het gebruik van een voor gebruik bui-
tenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico
van een elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap
in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk
is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het
gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het
risico op stroomschokken.
nl
89