•
Trek de stekker niet aan het kabel uit het stopcontact. Schakelt U de machine uit, voordat U deze van de
stroomverzorging scheid.
•
Om een elektrocutie te vermijden, moet U het apparaat op een droge plek opslaan. Laat U het apparaat
niet met regen in contact komen. Reinigt U het gereedschap alleen met een vochtig reinigingsdoekje.
2.2 WERKOMGEVING
•
Zorgt U ervoor, dat Uw werkomgeving altijd goed geventileerd en verlicht is, om ongevallen te vermijden.
Sluit U voor vermindering van stofbelasting een afzuigring en een passende industriestofzuiger aan.
•
Gebruikt U de machine niet buiten.
•
Gebruikt U de machine niet aan plaatsen, waar zich ontvlambare en/of explosive materialien bevinden.
•
Let in smalle ruimtes (zoals bijv. in liften) erop, dat de handgreep en de greepeenheid verticaal staan,
zodat deze niet aangestoten of ingeklemt kunnen worden.
2.3 BEDIENING
•
De boenmachine mag alleen van technisch getraint personeel worden gebruikt, welke de bedienings- en
onderhoudsinstructies in dit instructieboek opmerkzaam gelezen en begrepen hebben, de omgang met
de machine kennen en niet onder de invloed van alcohol, drugs of medicatiemiddelen staan.
•
Gebruikt U de machine alleen voor zijn bestemming en alleen, als U ervaring met het gebruik ervan heeft.
•
Draag altijd veiligheidsschoenen, als U met de machine werkt.
•
Draagt U veiligheidskleding, als U de bodem schrobt, polijst of slijpt.
•
Let U vooral erop, dat geen losse kleding, Uw haar of Uw vingers met beweeglijke delen van het gereed-
schap in contact komen.
•
Trekt of draagt U het gereedschap niet aan het aansluitingskabel. Laat U het gereedschap niet over de
kabel lopen. Klemt U het kabel niet tussen de deur. Houdt U het kabel van hete oppervlaktes, olie of
scherpe kanten weg.
•
Mijdt U het gebruik van licht ontvlambare, giftige, corrosieve en gezondheidsschadelijke materialien.
•
Gebruikt U alleen bodemreiniger en was van Uw vakhandelaar, om het gevaar van vuur te vermijden.
•
Als U reinigingsmiddel gebruikt, bevolg dan ook de gevarenaanwijzingen van de die fabrikant. Gebruikt U
een veiligheidsbril en veiligheidskleding, als dit geadviseerd wordt.
•
Als U de machine niet gebruikt, moet U deze zorgvuldig opslaan. Laat U de machine vooral niet in het
bereik van kinderen staan.
•
Als U de machine niet gebruikt, verwijder dan de slijpzool en/of borstel, om schade aan de accessoires
te vermijden.
4 NL
3. GEBRUIK
3.1 INGEBRUIKNAME
Volgende stappen moet U uitvoeren, als U voor de eerste keer met de machine wilt werken of deze wilt
transporteren:
•
Pakt U de machine voorzichtig uit en let U daarbij op een milieuvriendelijke ontdoening van het verpak-
kingsmateriaal, dat U niet meer nodig heeft.
•
Eerst moet de afdekplaat met de aandrijving vastgeschroeft worden.
•
Schroeft U nu de greepeenheid met de hulp van drie M8x55 bevestigingsschroeven en de M8 moeren
aan de aandrijving vast.
•
Nu wordt met het meegeleverde verbindingskabel de elektische verbinding tussen de greepeenheid en
de aandrijving verbonden.
•
Trekt U de verstelbare hendel op de rechterkant onder de handgreep naar U toe, waardoor de machine
ontgrendeld wordt. Brengt U de greepeenheid in een rechte hoek ten opzichte van de aandrijving. Laat U
de verstellbare hendel weer los, nadat de stang vastklikt.
Wisselen van de slijpzool of borstels
•
Schakelt U de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
•
Kantel de machine over de wielen naar achter, zodat de greepeenheid op de bodem ligt.
•
Zum Einsetzen der Schleifteller oder Bürsten müssen diese mit einer Linksdrehung in den Maschinenbo-
den eingedreht werden.
•
Voor het verwisselen verwijdert U het ingezette accessoire door een rechtsdraai van de afdekplaat, dan
zet U het nieuwe zoals beschreven in.
3.2 BEDRIJFSMODUS
3.2.1 Gebruik als slijpmachine
•
Voor het slijpen moet U de bodem van het grof vuil ontdoen.
•
Eerst moet de afdekplaat met de aandrijving vastgeschroeft worden.
•
Sluit U de machine op de stroom aan.
•
Drukt U de veiligheidsschakelaar naar het midden van de greep en trekt U de starthendel op linker- en rech-
terkant van de greep naar zich toe. Daarmee start U de motor en brengt U de machine in bedrijfsmodus.
•
Drukt U de handgreep naar beneden en brengt U de machine daarmee in een schuine positie.
•
Tijdens het gebruik beweegt de machine naar links als U de handgreep verlaagd, en naar rechts als U
deze weer verhoogd. Houdt U de greep in een centrale positie, dan werkt de machine op zijn plaats.
NL 5