0714 640 223 - NL Seite 16 Freitag, 26. März 2004 12:56 12
NL
Voor uw veiligheid
Met de apparaat kan uitsluitend veilig
worden gewerkt, wanneer u de gebruiks-
aanwijzing en de veiligheidsvoorschriften
volledig leest en u zich strikt aan de gege-
ven aanwijzingen houdt.
De laserstraal kan tot beschadiging van
het gezichtsvermogen leiden.
Kijk niet in laserstraal bij het instellen van
de ontvanger.
Let vanwege de gebundelde laserstraal
ook op het verloop van de laserstraal over
een grotere afstand.
Laat een reparatie alleen uitvoeren door de
Würth-klantenservice. Open het apparaat nooit zelf.
Gebruik uitsluitend origineel Würth-toebehoren.
Technische gegevens
Laserontvanger
Artikelnummer
Ontvangstbereik
Ontvangsthoek
Meetveldhoogte
Tolerantie
Batterijen, accu's
Gebruiksduur
Gebruikstemperatuur
Bewaartemperatuur
Gewicht, ca.
Bestanddelen van de apparaat
1 LED „Te hoog" (rood)
2 LED „Op hoogte" (groen)
3 Ontvangstveld
4 LED „Te laag" (rood)
5 Toets „Aan/Uit/Geluidssignaal"
6 Toets „Tolerantie"
7 Display
8 Niveaumarkering
9 Groef
10 Deksel van batterijvak
In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven toebehoren
wordt niet altijd standaard meegeleverd.
16
LE 05
0714 640 223
610 tot 900 nm
180°
50 mm
trapsgewijs instelbaar:
1,5/3/6 mm
2 x 1,5 V (LR6)
2 x 1,2 V (KR6)
2 x 1,2 V (MR6)
ca. 100 h
–20 ... +50 °C
–40 ... +70 °C
0,27 kg
Gebruik volgens bestemming
De ontvanger is bestemd voor het ontvangen en weergeven
van laserstralen met een golflengte tussen 610 en 900 nm.
De gebruiker is aansprakelijk voor defecten bij gebruik dat
niet volgens de bestemming is.
Ingebruikneming
Ontvanger inschakelen
Plaats twee batterijen/accu's in het batterijvak 10 .
Druk kort op de knop „Aan/Uit/Geluidssignaal" 5 .
De ontvanger voert een zelftest uit. De LED's 1 , 2 en 4 aan
de voorzijde branden gedurende één seconde en het
geluidssignaal klinkt. Het apparaat gaat naar de laatste
ingestelde modus.
Geluidssignaal instellen
De ontvanger reageert op de laserstraal met geluidssigna-
len (zie tabel).
Als u kort op de toets „Aan/Uit/Geluidssignaal" 5
drukt, verandert de instelling:
Zacht --> Hard --> Uit
De instelling wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Meettolerantie instellen
De ontvanger kan met verschillende gevoeligheid op de
laserstraal reageren (zie tabel).
Als u kort op de toets „Tolerantie" 6 drukt, verandert
de instelling.
LED's uit- of inschakelen
De LED's 1 , 2 en 4 geven de positie van de ontvanger in
verhouding tot de laserstraal aan.
Druk tegelijkertijd op de toets „Aan/Uit/
Geluidssignaal" 5 en de toets „Tolerantie" 6
om de LED's uit en weer in te schakelen.
Als de LED's uitgeschakeld zijn, gaan de batterijen langer
mee.
Ontvanger in gebruik nemen
Schakel de ontvanger in en test de ontvangst door het ont-
vangstveld 3 in de laserstraal te houden.
Monteer de ontvanger met behulp van de ontvangeradap-
ter in de gewenste positie op de meetlat en richt het ont-
vangstveld op de laser uit.
Ontvanger uitschakelen
Druk gedurende twee seconden op de toets „Aan/Uit/
Geluidssignaal" 5 . Als gedurende 30 minuten geen laser-
straal wordt ontvangen of geen toets wordt ingedrukt,
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.