decoupeerzaag stevig vasthoudt tijdens
gebruik.
5. STOFKAPJE
Het stofkapje moet tijdens gebruik gesloten
zijn om het stofafzuigsysteem doelgericht
te laten werken. De stofhoes kan worden
gedraaid om de toegang voor schoonmaken,
blad inpassen, enz. te verbeteren (Zie fig. C).
6. EEN ZAAGBLAD MONTEREN
U kunt alleen een zaagblad gebruiken van het
type dat in d is getoond. U opent de houder
(11) door de ring linksom te draaien (met de
machine ondersteboven) en in die positie vast
te houden (zie E). Steek het zaagblad volledig
in de houder met de tanden voorwaarts
gericht en laat de ring los. De ring zal
automatisch de bovenkant van het zaagblad
vastklemmen. Duw het zaagblad weer in de
houder tot het in die positie vergrendeld is.
Zorg ervoor dat de rand van het zaagblad in
de groef van de zaagbladgeleider is (zie F).
Om het zaagblad te verwijderen, houdt u het
zaagblad vast en draait u de ring linksom tot u
het zaagblad eruit kunt tillen (het zaagblad kan
door een veer worden uitgeworpen).
WAARSCHUWING: De tanden van
het zaagblad zijn scherp. Voor
de beste resultaten neemt u een zaagblad
dat geschikt is voor het materiaal en de
zaagdiepte.
7. PARALLELGELEIDINGS KLEMMEN
Schuif de parallelgeleider(7) tussen beide
klemmen om de benodigde zaagafstand te
bereiken en zet beide schroeven vast om de
geleider klem te zetten.
8. BLADGELEIDER
Wees er zeker van dat het blad goed geplaatst
is en draait in de inkeping (Zie fig. F), anders
werkt de slingerfunctie niet correct en wordt
het blad niet ondersteund tijdens het zagen.
9. PENDEL INSTELLINGEN
De pendelfunctie varieert de zaaghoek van het
blad voor verhoogde zaagdoelgerichtheid, bij
vooruit zagen. Dit kan ook worden versteld
tijdens het draaien zonder lading. Bekijk de
onderstaande kaart voor meer gegevens.
Gebruik geen overmatige kracht wanneer u
zaagt met een pendelinstelling. Het blad zaagt
Decoupeerzaag
alleen met de opwaartse slag (Zie fig. G)
Tabel 2
Dunne materialen. Fijn zagen. Nauwe
0
bochten.
Harde materialen, (bijv. staal &
I
spaanplaat)
II
Dikke materialen (bijv. hout & plastic)
III
Snel zagen (bijv. zachthout).
10. VOETPLAAT
Door de hoek van de voetplaat(13) te
verstellen, kunt u ook schuin zagen. De
voetplaat moet altijd stevig tegen het te zagen
materiaal gedrukt worden om trillingen, het
verspringen van het zaagblad of het breken
van het zaagblad te voorkomen.
11. PLASTIC VOETPLAATBESCHERMING
Uw machine heeft een voetplaatbescheming
om een kwetsbare oppervlakte te beschermen.
Om hem te monteren, haakt u de beschermer
over de voorzijde van de voetplaat en klikt u
hem vast aan de achterzijde van de voetplaat.
12. AFSTELLEN HOEK VOETPLAAT
Gebruik een inbussleutel (5). Draai de bouten
los waarmee de voetplaat vastzit en trek de
voetplaat uit de gleuven (Zie fig. H). Draai de
basisplaat zó, dat de hoekindicaties op de
basisplaat gelijk staan met de indicaties op de
hoekplaat (11), voor 0°-, 15°-, 30°-, 45°-hoeken
(Zie fig. I).Draai, voor andere verstekhoeken,
naar uw gewenste hoek (gebruik een
hoekmeter). Houd na één van bovenstaande
procedures de basisplaat in positie en draai
de bouten strak aan om de basisplaat te
klemmen op de gewenste hoek. Controleer de
hoek daarna en zorg ervoor dat de basisplaat
stevig geklemd staat. De hoekindicaties op de
basisplaat zijn voor de meeste zaagwerken
nauwkeurig genoeg, maar voor precies
werk is het aangeraden om de hoek met een
gradenboog in te stellen en een proefdraai te
maken op een stuk overbodig materiaal.
13. ADAPTOR VOOR HET AFZUIGEN VAN
ZAAGSEL
De adapter (6) draait linksom binnen de
53
NL