Aanpassing riemdeel (Af beelding 3–4)
• Maak de sluitingen aan de voorzijde van de riemdelen los
• Vouw/Snijd de Riemdelen verticaal zodat ze in lijn liggen met de
middellijn
• Herbevestig de sluitingen aan de voorzijde
• Sluit de riemdelen zodat ze elkaar strak, maar comfortabel rond de
taille overlappen
Aanpassing rotatie-controleband
• Maak de bovenste krokodilklem los en vouw/snijd de riem zo dat de
SmartDosing-rand ongeveer 2 cm. onder de riemdeellijn is geplaatst
• Maak de onderste krokodilklem lost en vouw/snijd de riem om de
ideale spanning te verkrijgen. Hij moet strak maar niet ongemakkelijk
voelen wanneer hij om het dijbeen is gewikkeld en bevestigd aan
buitenzijde van het been
• Zet, met been iets naar buiten gedraaid, de SmartDosing-knop op "5"
- de patiënt moet bij het voorwaarts draaien en het opheffen van het
been een comfortabele spanning voelen
• Voer de aanpassing van de onderste krokodilklem opnieuw uit, indien
nodig. Het doel is voldoende spanning verkrijgen met de
SmartDosing-knop ingesteld op "5"
Dijband (Af beelding 8–9)
• Plaats de dijband zodanig dat de stip erop zich boven de stip op de
rotatiecontroleband bevindt. Rijg het dunne uiteinde door de opening
en zet het stevig vast
Aanpassing katrolsysteem (Af beelding 10–12)
• Controleer de lengte van de katroldraden door aan de handgrepen te
trekken en ze aan de riemdelen te bevestigen
• Als de handgrepen overlappen, kort dan de draden in met behulp van
het oprolsysteem in de handgrepen.
• Bevestig het katrolsysteem zo dat het stevig en comfortabel op de
riemarmen zit
Trochanter Vulstuk (optioneel) (Af beelding 13)
Gebruik een vulstuk wanneer piekdrukvermindering op de trochanter
major is vereist en/of om het afdichtende effect op de labrum te vergroten
• Plaats het trochanter vulstuk op de trochanter major van de aangedane
heup door deze aan het klittenband onder het riemdeel te bevestigen
EINDCONTROLE
Controleer of brace correct op het lichaam zit, met alle onderdelen
nauwkeurig gepositioneerd. Vraag de patiënt om rond te lopen, te zitten
en op te staan om een goede pasvorm te garanderen. Indien nodig
aanpassen. Snijd dan de banden en riemdelen op de juiste lengte
ONDERHOUD
• Met de hand wassen met milde zeep en goed naspoelen of wassen in
de machine met behulp van waszak en een delicaat programma (geen
wasverzachter gebruiken)
• Vermijd contact met zout of chloorwater. Als zo'n contact optreedt,
goed spoelen met kraanwater en aan de lucht drogen.
• Vermijd langdurige blootstelling aan sterk zonlicht
• Drogen aan de lucht (geen droger gebruiken)
31