4. PC COMPANION APP
Op het hoofdscherm (afb. 4) van de PC companion app kun je schakelen tussen de verschillende
instellingen.
1. PROFIELBALK: schakelen tussen de instellingen van de profielen van 1 tot en met 4.
In het tabblad ALGEMENE INSTELLINGEN kun je enkele instellingen regelen die op alle profielen worden
toegepast (achtergrondverlichting, trillingen enz.).
Je hebt ook de mogelijkheid om te controleren of er nieuwe firmware beschikbaar is.
2. PROFIELBEHEER:
a. Controller-Profielen: toont de profielen die je al hebt in je controller.
b. Mijn Profielen: toont de profielen die je hebt aangemaakt en opgeslagen op je computer.
c. Downloaden Profielen: toont de beschikbare profielen die je van de NACON-website kunt downloaden.
d. NACON-Profielen: toont de profielen die je van de NACON-website hebt gedownload.
3. MAAK JE PROFIEL: door op de knop "NIEUW" te drukken, maak je een nieuw profiel
aan dat wordt opgeslagen op je computer.
4. FUNCTIE-INSTELLINGEN: verschillende instellingen van je controller configureren:
a. Rechter joystick: stel de reactiecurve in van de rechter joystick en ook van de statische deadzone.
b. Toewijzing: met deze functie kun je de toetsen op de controller aanpassen en macro's toewijzen
aan de 4x sneltoetsen.
c. Triggers: pas het reactievermogen van de triggers aan.
d. Macro's: maak macro's - reeksen toetsen of acties die je aan één enkele toets kunt toewijzen.
5. SNELLE INSTELLINGEN en PROFIELEN ACTIVEREN:
a. Met de snelle instellingen kun je je controller snel configureren.
b. Profielen activeren: met deze knop worden de 4x huidige profielen van de PC companion app
Druk om te schakelen tussen de profielen (in Advanced-modus) op de "PROFILE"-toets aan de achterkant
van de controller.
De 'Profile'-led zal oplichten om te laten zien welk profiel is geselecteerd.
Image 4
1
op je controller geladen.
2
n
NL
3
4
5