NEDERLANDS
batterijcompartiment optillen (c). Plaats de 9-volt
batterij in het compartiment, plaats de batterij zoals
aangeven in het afgebeelde pictogram.
Detector Regeling (afb. 1)
De detector wordt geregeld door de AAN/UIT-knop
(e) en de volumeknop (f).
Als de AAN/UIT-knop wordt ingedrukt is de
detector ingeschakeld. In de bovenkant van het
sensorscherm verschijnt een AAN icoon en het
volume icoon.
De Berner Digitale Laser Detector heeft ook een
automatische uitschakel functie. Als een laser straal
de straaldetector niet raakt, of als er geen knop
ingedrukt wordt, zal de detector zichzelf uitschakelen
na ongeveer 5 minuten.
Druk nogmaals op de knop om het audio signaal uit
te zetten; het volume icoon zal verdwijnen.
De detector start op in de smalle nauwkeurigheid
instelling (icoon verschijnt in de linker onderhoek).
Druk één keer op de nauwkeurigheid knop (g) om te
veranderen naar de wijde nauwkeurigheid instelling
(icoon verschijnt nu in de rechter onderhoek).
Nauwkeurigheid
De detector biedt twee nauwkeurigheid instellingen,
wijd en smal. In de wijde instelling heeft de detector
een hogere tolerantie voor het aanduiden of de
detector "graads" is. In de smalle instelling is deze
tolerantie verlaagd voor een nauwkeurigere indicatie
van het "graads" zijn.
Voor het meest nauwkeurige resultaat begint u het
werk met de wijde instelling en eindigt u met de
smalle instelling.
Magneten
De magneten (h) staan toe dat de detector
gemonteerd kan worden op de metalen strips van
een verlaagd plafond.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING:
• Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
• Verwijder voordat u voor de eerste
keer met het hulpstuk gaat werken
de bescherming van de schermen en
gooi deze weg.
34
Detector Besturing (afb. 1)
1. Opstelling en positionering van de laser.
2. Schakel de detector in door op de AAN/UIT
knop te drukken (e).
3. Plaats de detector zo dat het sensor scherm
(i) naar de laserstraal gericht is. Verschuif de
detector omhoog of naar beneden binnen
het gebied van de straal, totdat u de detector
hebt gecentraliseerd. Voor meer informatie
over de display scherm indicatoren en de
audiosignaal indicatoren, raadpleeg de tabel
genaamd Indicatoren.
INDICATOREN
Gering
Boven
boven
Graads
graads
Op graad
Snelle
Snelle
constante
toon
toon
toon
4. Gebruik de markeer uitsparingen (d) om
de positie van de laserstraal nauwkeurig te
markeren.
Montage op een Meetstok (afb. 1, 2)
1. Om uw detector op een meetstok te monteren,
maakt u eerst de detector vast aan de klem
door op het klem slot te drukken (j). Schuif de
banen (k) op de klem rond de rails (l) van de
detector, totdat het slot (m) op de klem in het
gat van de detector (n) schiet.
2. Open de klem door de knop (o) naar links te
draaien.
3. Plaats de detector op de benodigde hoogte en
draai de klemknop rechtsom om de klem vast
te maken aan de stok.
4. Om de hoogte aan te passen, draai de klem
een klein beetje los, verschuif de detector en
draai de klem weer vast.
Gering
onder
Onder
graads
graads
langzame
langzame
toon
toon