3528
7
STORINGEN EN HET OPHEFFEN DAARVAN
Alvorens een storing op te heffen in ieder geval het apparaat van de luchttoevoerslang verwijderen!
Bij het aansluiten mogen er geen bevestigingsmiddelen in het apparaat zijn.
STORING
Perslucht ontwijkt de
uitlaatopening:
De slag wordt niet in
werking gebracht.
Loze slagen of stiften
worden niet helemaal
ingeslagen.
Het apparaat werkt te
langzaam.
Set slijtagedelen
Bij reparatie of verwisselen van onderdelen moet op het cylinderloopvlak en op alle kontraloopvlakken van
O-ringen speciaal vet (bestel nr. 68 3868) opgebracht worden.
MOGELIJKE OORZAAK
Delen (55 105, 55109, 55 115) beschadigd
of van buitenaf vervuild.
De bedieningselementen lopen zwaar,
nadat het apparaat lange tijd niet
gebruikt is.
Apparaat blaast sterk met slagpen in
onderste stand. O-ring (50 001), buffer
(55 116) beschadigd. Geen terugslag.
Slagpen (50 000) gaat niet in bovenste
stand.
Apparaat zonder voldoende smering.
Druk te laag.
De luchttoevoerslang is te lang.
De doorlaat van de toevoerleiding
of de onderhoudsunit is te klein
(drukvermindering).
Slagpen (50 000) beschadigd.
Inslagverstelling foutief ingesteld.
Inschakelbeveiliging (55 135) loopt te
zwaar en is vastgeraakt.
Bevriezing van de besturingsdelen.
Bestel nr. 73 0189
REPARTIE
O-ringen schoonmaken of vervangen.
Druk verhogen en enkele proefslagen
uitvoeren. Vervolgens direkt de druk
reduceren.
Defekte delen verwisselen.
Apparaat door een vakman laten
kontroleren.
Binnendelen schoon maken,
kontraloopvlakken van de O-ringen en
loopvlakken van de cylinder invetten.
Olievernevelaar controleren.
De juiste druk instellen (min. 5 atm./0,5
MPa).
Oorzaak opsporen en euvel verhelpen.
Slagpen vervangen. Tegelijkertijd de
buffer (55 116) op slijtageverschijnselen
controleren.
Juiste instellen, zie 5
Het lichte lopen opnieuw tot stand
brengen.
Waterafscheider controleren.
Nederlands I 11
KMR