Hydraulische Aansluitingen; Elektrische Aansluiting; Inbedrijfstelling - Wilo MVIL Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

5.1 Montage
Pomp op een droge, vorstvrije en goed
toegankelijke plaats dicht bij de toevoerlocatie
opstellen.
Montage op betonsokkel (minimaal 10 cm hoog)
(12) met verankering in het fundament
(opstellingstekening zie fig. 3).
Tussen sokkel en vloer ter voorkoming van
trilings- en geluidsoverdracht dempers
aanbrengen (uit kurk of versterkt rubber). Voor
de uiteindelijke bevestiging van de
sokkelverankering waarborgen, dat de pomp
exact loodrecht is uitgericht. Wiggen gebruiken,
indien nodig.
Let erop, dat de hoogte van de opstellingslocatie
en de temperatuur van het medium de
zuigcapaciteit van de pomp kunnen beïnvloeden.
Hoogteverlies
Hoogte
0 M 0 mCL
500 M 0,60 mCL
1000 M 1,15 mCL
1500 M 1,70 mCL
2000 M 2,20 mCL
2500 M 2,65 mCL
3000 M 3,20 mCL
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van de
pomp!
Bij temperaturen van het medium hoger dan
80 °C, pomp voor toeloopbedrijf (voordruk-
functie) uitvoeren.

5.2 Hydraulische aansluitingen

Leiding koppelen met ovale tegenflenzen op de
pomp.
De leidingdiameter mag in geen geval kleiner zijn
dan die van de tegenflens.
De zuigleiding zo kort mogelijk houden en
armaturen in de zuigleiding vermijden weke de
zuigcapaciteit kunnen verminderen (bochten,
ventielen, doorsnedereducerende armaturen...).
VOORZICHTIG! De verbindingen van de leiding
met daarvoor geschikte materialen goed
afdichten! Er mag geen lucht de zuigleiding
binnendringen; zuigleiding altijd stijgend (min.
2 %) leggen (zie fig. 1).
- Bevestigingen of pijpzadels gebruiken zodat het
gewicht van de leiding niet door de pomp hoeft
te worden gedragen.
- Een pijl op het pomphuis markeert de
stromingsrichting van het medium.
- Ter bescherming van de pomp tegen drukstoten
aan de perszijde een terugslagventiel inbouwen.
Voor het transporteren van sterk
zuurstofhoudend of heet water verdient het
aanbeveling een bypass-set (fig. 1, pos. BP) in te
bouwen.
WILO SE 05/2013
Temperatuur Hoogteverlies
20 °C 0,20 mCL
30 °C 0,40 mCL
40°C 0,70 mCL
50 °C 1,20 mCL
60 °C 1,90 mCL
70 °C 3,10 mCL
80 °C 4,70 mCL
90 °C 7,10 mCL
100 °C 10,30 mCL

5.3 Elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting moet door een
elektrotechnicus worden uitgevoerd die is
geautoriseerd door de lokale energiebedrijven en
conform de geldende plaatselijke voorschriften
(bijv. VDE-voorschriften).
- De elektrische specificaties (frequentie,
spanning, nom. stroom) van de motor zijn op de
typeplaat aangegeven.
- Soort stroom en spanning van de netaansluiting
moeten overeenkomen met de specificaties op
de typeplaat
- De uitrusting van de motor met een elektrische
motorbeveiliging is verplicht. Deze wordt
gerealiseerd met een motorveiligheidsschakelaar,
die op de stroomsterkte is ingesteld welke op de
typeplaat staat vermeld.
- In principe een scheidingsschakelaar met
zekeringen (type aM) ter beveiliging op de
netspanning uitvoeren.
Voedingsnet
- Gebruik een kabel die voldoet aan de EDF-
normen
- Driefasig: 4-aderige kabel (3 fasen + aarde)
Eventueel een opening in het deksel van de
klemmenkast maken, plug aanbrengen en de
motor conform het aansluitschema in het deksel
van de klemmenkast aansluiten. (Fig. 4).
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van
de pomp!
Een fout in de elektrische aansluiting kan
schade aan de motor veroorzaken.
POMP/INSTALLATIE CONFORM DE
VOORSCHRIFTEN AARDEN.
De elektrokabel mag nooit met de leiding of
met de pomp in aanraking komen. Bovendien
moet deze geheel tegen vochtigheid worden
beschermd.
Indien de aandrijfmotor van de pomp met een
frequentieomvormer wordt gebruikt, houdt dan
exact de bedrijfs- en montage-instructies van de
frequentieomvormer aan.
Deze mag op de motorklemmen geen
spanningspieken hoger dan 850 V genereren en
geen spanningsveranderingssnelheid (dU/dt)
meer dan 2500 V/µs, omdat wanneer het
spanningssignaal deze voornoemde waarden
overstijgt, schade aan de motorwikkeling kan
ontstaan.
Anders moet een LC-filter (inductantie –
condensator) tussen frequentieomvormer en
motor worden opgenomen.
Deze moet op de motor met een zo kort
mogelijke en voor zover nodig afgeschermde
kabel worden aangesloten.

6.INBEDRIJFSTELLING

6.1 Voorbereidende spoeling
WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid!
Onze pompen worden af fabriek hydraulisch
getest. Het is daarom mogelijk dat er nog water
Nederlands
25