OBJ_BUCH-703-003.book Page 83 Monday, December 14, 2009 11:34 AM
Geheugenfuncties
Bij het uitschakelen van het meetgereedschap
blijft de waarde in het geheugen bewaard.
In de functie muuroppervlaktemeting kan de to-
tale oppervlakte worden opgeslagen. In de func-
tie minimum-/maximummeting kunnen de mini-
mum- en maximumwaarde worden opgeslagen.
Afzonderlijke meetwaarden kunnen binnen deze
functies niet worden opgeslagen.
Meetwaarden opslaan of optellen
Druk op de toets Geheugen
optellen 3 om de actuele
meetwaarde (afhankelijk
van de actuele meetfunctie
een lengte-, oppervlakte- of
inhoudswaarde) op te
slaan. Zodra een waarde is opgeslagen, wordt in
het display „M" weergegeven. Daarachter knip-
pert de „+" kort.
Wanneer er reeds een waarde in het geheugen
aanwezig is, wordt de nieuwe waarde bij de in-
houd van het geheugen opgeteld, echter alleen
wanneer de maateenheden overeenkomen.
Als er bijvoorbeeld een oppervlaktewaarde in
het geheugen aanwezig is, en de huidige meet-
waarde een inhoudswaarde is, kan de optelling
niet worden uitgevoerd. In het display knippert
kort „Error".
Meetwaarden aftrekken
Druk op de toets Geheugen aftrekken 12 om de
actuele meetwaarde van de geheugenwaarde af
te trekken. Zodra een waarde is afgetrokken,
wordt in het display „M" weergegeven. Daarach-
ter knippert de „–" kort.
Als er al een waarde is opgeslagen, kan de nieu-
we meetwaarde alleen worden afgetrokken als
de maateenheden overeenkomen (zie „Meet-
waarden opslaan of optellen").
Bosch Power Tools
Geheugenwaarde weergeven
Druk op de toets Geheu-
genwaarde oproepen 2 om
de waarde in het geheugen
weer te geven. In het dis-
play wordt „M=" weerge-
geven. Als de geheugenin-
houd „M=" in het display wordt weergegeven,
kunt u deze door het indrukken van de toets Ge-
heugen optellen 3 verdubbelen of door het in-
drukken van de toets Geheugen aftrekken 12 op
nul zetten.
Geheugen wissen
Als u de inhoud van het geheugen wilt wissen,
drukt u eerst op de toets Geheugenwaarde op-
roepen 2, zodat „M =" in het display verschijnt.
Vervolgens drukt u kort op de toets 14; in het
display wordt geen „M" meer weergegeven.
Tips voor de werkzaamheden
Algemene aanwijzingen
De ontvangstlens 22 en de uitgang van de laser-
straal 21 mogen bij een meting niet afgedekt zijn.
Het meetgereedschap mag tijdens een meting
niet bewogen worden (met uitzondering van de
functies minimum- en maximummeting, inclusief
duurmeting). Leg daarom het meetgereedschap
zo dicht mogelijk tegen of op de meetpunten.
De meting vindt plaats bij het middelpunt van de
laserstraal, ook bij vlakken waarop de straal
schuin valt.
Invloeden op het meetbereik
Het meetbereik is afhankelijk van de belichting
en de mate van weerspiegeling van het meetop-
pervlak. Gebruik voor een betere zichtbaarheid
van de laserstraal bij werkzaamheden buitens-
huis en bij fel zonlicht de laserbril 24 (toebeho-
ren) en het laserdoelpaneel 25 (toebehoren), of
zorg voor schaduw op het doelpaneel.
2 609 140 692 | (14.12.09)
Nederlands | 83