ELA-mengversterker voor 5 zones
NL
B
Lees deze handleiding grondig door, alvorens
het apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze
voor latere raadpleging. Op de uitklapbare
pagina 3 vindt u een overzicht van alle bedie-
ningselementen en de aansluitingen.
De luidsprekers mogen alleen worden aan-
gesloten door personen met grondige kennis
van de 100 V-geluidstechniek (hoofdstuk 5). De
versterker is eenvoudig te bedienen, bedoeld
voor niet-vakmensen. Mocht u nog vragen heb-
ben, neem dan contact op met uw installateur of
gespecialiseerde winkel.
1 Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
relevante EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met
.
WAARSCHUWING De netspanning van het appa-
raat is levensgevaarlijk. Open
het apparaat niet, en zorg dat
u niets in de ventilatieopenin-
gen steekt! U loopt immers het
risico van een elektrische
schok.
Tijdens het gebruik staan de luidsprekeraan-
sluitingen (10, 16) onder een contactgevaarlijke
spanning tot 100 V. Gebruik de versterker
alleen met neergeklapte afschermkap.
Breng alle aansluitingen pas tot stand als de
versterker uitgeschakeld is.
G
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uit-
zonderlijk warme plaatsen en plaatsen met
een hoge vochtigheid (toegestaan omge-
vingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C).
G
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drink-
glazen etc. op het apparaat.
G
Trek onmiddellijk de netstekker uit het stop-
contact,
1. wanneer het apparaat of het netsnoer zicht-
baar beschadigd is,
2. wanneer er een defect zou kunnen optre-
den nadat het apparaat bijvoorbeeld is
gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval worden her-
steld door een gekwalificeerd vakman.
G
Trek de stekker nooit met het snoer uit het
stopcontact, maar met de stekker zelf.
G
Verwijder het stof met een droge, zachte
doek. Gebruik zeker geen water of chemica-
liën.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge -
bruik, verkeerde aansluiting, foutieve bedie-
ning of van herstelling door een niet-gekwalifi-
ceerd persoon vervalt de garantie en de ver-
antwoordelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
12
2 Toepassingen
Deze versterker met een sinusvermogen van
120 W is speciaal ontworpen voor het gebruik in
geluidsinstallaties. U kunt zowel luidsprekers
van 100 V of 70 V gebruiken als laagohmige luid-
sprekers (impedantie ten minste 4 Ω). 100 V-
luidsprekers bieden de meeste mogelijkheden
om het geluid te verzorgen. Deze kunnen over
vijf zones worden verdeeld (figuur 4) en met de
toetsen ZONES (7) individueel of samen worden
in- en uitgeschakeld.
Voor muziekweergave is er een mp3-speler
ingebouwd, waarop een USB-geheugenstick of
een USB-schijf met eigen voeding kan worden
aangesloten.
De versterker telt zes ingangen:
1 × microfooningang MIC 1 (2) voor belangrijke
aankondigingen met prioriteit op alle ingan-
gen, d.w.z. zodra er een signaal op de
ingang MIC 1 aanwezig is, worden de signa-
len van de ondergeschikte ingangen in
volume gereduceerd
1 × lijnniveau-ingang EM INPUT (17) voor be -
langrijke aankondigingen (bv. van een tele-
fooncentrale) met prioriteit op de ingangen
INPUT 2 – 5 en op de mp3-speler, d.w.z.
zodra er een signaal naar deze ingang wordt
gestuurd, worden de signalen van de onder-
geschikte ingangen en van de mp3-speler
uitgeschakeld
2 × ingangen INPUT 2 en INPUT 3, kunnen tel-
kens ofwel als microfooningang (11, 19) of
als lijnniveau-ingang (20) worden gebruikt
De microfooningangen zijn als XLR- en
6,3 mm-jacks beschikbaar; voor de XLR-
ingangen kunt u de versterking instellen en
een fantoomvoeding van 48 V inschakelen
2 × lijnniveau-ingangen INPUT 4 en INPUT 5
(21), b.v. voor achtergrondmuziek van een
mp3 / cd-speler, radio of cassettedeck
3 De versterker opstellen
De versterker is voorzien voor montage in een
19"-rack (482 mm), maar kan ook als tafelmodel
gebruikt worden. In elk geval moet de lucht door
alle ventilatieopeningen kunnen stromen, om
voldoende ventilatie van de versterker te verze-
keren.
3.1 De montage in een rack
Voor de montage in een rack schroeft u de beide
montagebeugels op de zijkant van de versterker
vast. De versterker neemt in het rack 2 HE
(2 rack-eenheden = 89 mm) in beslag. Om te
voorkomen dat het rack topzwaar wordt, dient de
versterker in het onderste gedeelte van het rack
gemonteerd te worden. De frontplaat alleen is
niet voldoende voor een veilige bevestiging. Het
apparaat moet links en rechts door rails of
onderaan door een bodemplaat extra onder-
steund worden.
De lucht die door versterker wordt afgege-
ven, moet uit het rack kunnen worden afgevoerd.
Anders hoopt de warmte zich op in het rack,
waardoor niet enkel de versterker maar ook
andere apparaten in het rack kunnen worden
beschadigd. Bij een onvoldoende warmteafvoer
moet u in het rack een ventilator plaatsen.
4 Bedieningselementen,
aansluitingen
4.1 Voorzijde
1 USB-aansluiting van de mp3-speler voor
aansluiting van een USB-geheugenstick of
van een USB-schijf
Opmerking: Door de verscheidenheid aan opslag-
geheugenfabrikanten en besturingsprogramma's
kan niet gegarandeerd worden, dat alle opslagme-
dia compatibel zijn met de mp3-speler.
2 Ingang MIC 1 (6,3 mm-jack, ongebalanceerd)
voor het aansluiten van een microfoon
De ingang MIC 1 is uitgerust met een voor-
rangschakeling: Bij een aankondiging via
deze ingang worden de andere ingangen
automatisch in volume verminderd om de
verstaanbaarheid van de aankondiging te
verbeteren. De mate waarin het volume
wordt gedempt, kunt u instellen met de regel-
aar MUTE LEVEL (18).
3 Ingangsniveauregelaar voor het mengen of
in- en uitschakelen van de ingangssignalen
4 Bedieningselementen van de mp3-speler
(hoofdstuk 4.3)
5 Equalizer BASS en TREBLE
6 Regelaar MASTER voor het volume van het
mengsignaal op de lijn- en luidsprekeruitgan-
gen (22, 16, 10)
7 Toetsen ZONES voor het in- en uitschakelen
van de vijf luidsprekergroepen (PA-zones)
die op de aansluitingen ZONES OUTPUT
(10) zijn aangesloten
Toetsen 1 – 5 voor elke zone afzonderlijk
Toets ALL om alle zones in te schakelen
8 Uitgangsniveauled (2 ... 12),
led TEMP voor oververhitting,
led PROT voor de demping bij het in- / uit-
schakelen en voor de aanduiding van een
kortsluiting of een overbelasting op de luid-
sprekeruitgangen (10, 16)
Als de led TEMP oplicht, moet de versterker
beter worden geventileerd. Zodra de verster-
ker is afgekoeld, gaat de led TEMP weer uit.
Als de led PROT niet binnen enkele secon-
den na het inschakelen uitgaat, of als de led
tijdens het bedrijf oplicht, schakelt u de ver-
sterker uit en moet u de overbelasting of de
kortsluiting op de luidsprekeruitgangen ver-
helpen, zie ook hoofdstuk 5. De led PROT
gaat hierna weer uit. Als u de oorzaak van de
storing niet kunt vinden, vraag dan hulp aan
gekwalificeerd personeel.
9 POWER-schakelaar met bedrijfsled ON er -
boven
4.2 Achterzijde
10 100-V-luidsprekeraansluitingen voor vijf PA-
zones; Neem hoofdstuk 5 absoluut in acht!
11 XLR-jacks (gebalanceerd) van de ingangen
INPUT 2 en INPUT 3 voor microfoons, in de
plaats van de jacks (19) en de cinch-jacks
(20)
12 Toetsen PHANTOM POWER voor het in -
schakelen van de fantoomvoeding van 48 V
voor de XLR-jacks (11)
Opgelet! Bij ingeschakelde fantoomspan-
ning mag geen microfoon met ongebalan-
ceerde uitgang op de bijbehorende XLR-
jack (11) aangesloten zijn, omdat de micro-
foon beschadigd kan worden.
13 Regelaar GAIN voor het instellen van de ver-
sterking (microfoongevoeligheid) voor de
XLR-microfooningangen (11)