Part no
6159948691
Issue no
3
Series no
A
Date
2015-07
Page
34
– Stel de stabilisator af op de werklast (zie de sectie "De werklast
aanpassen").
Aanpassen van de werklast
De stabilisator is vanaf de fabriek ingesteld op de maximale
belasting die is toegestaan voor het desbetreffende model/type.
– Zet, na het bevestigen van de last, een maat 17 dopsleutel op
de wormschroef (7), draai de sleutel vervolgens in de richting
van het "-" symbool tot er een exacte compensatie is voor het
gewicht van de hangende werklast.
– Trek tijdens het instellen van de maximale last, de kabel nooit
verder dan 1 m uit. Doet u dit wel, dan kan hierdoor de
veerbreukbeveiliging worden uitgeschakeld. Indien het
beveiligingsmechanisme al is geactiveerd, moet de veer eerst
voorzichtig zo ver mogelijk worden voorbelast in de "+"
richting (de veer is nu volledig "geblokkeerd"), pas daarna de
spanning nogmaals aan op de werklast door de wormschroef
(7) in de "-" richting te draaien.
– Maak de last altijd los alvorens u de spanning volledig van veer
haalt!
– Binnen het lastbereik van de stabilisator kan de last oneindig
worden aangepast (zie waardenplaatje (1) voor details). Als u
een aanpassing wilt maken voor lichtere lasten, draait u de
wormschroef (7) eenvoudig in de "-" richting; draai de schroef
in de "+" richting voor zwaardere lasten. Let op: de stabilisator
mag niet worden gebruikt met andere waarden dan degene die
worden aangegeven op het waardenplaatje!
Draai de wormschroef X maal in de richting van de "+" om de
maximale voorspanning toe te passen:
615 805 017 0
= ongeveer 6
615 805 018 0
= ongeveer 6 3/4
615 805 019 0
= ongeveer 5 1/4
615 805 020 0
= ongeveer 5 1/4
A
Zorg ervoor dat de initiële spanning nooit hoger is dan de
hierboven aangegeven geschikte maximale waarde!
De kabellengte aanpassen
De stabilisator wordt vanaf de fabriek geleverd met een lange
kabel, zodat de lengte van elke kabel kan worden aangepast aan
de omstandigheden ter plaatse. De kabellengte wordt aangepast
met de kabelwig (7). Na het langer of korten maken van de kabel,
moet het vrije kabeluiteinde worden samengedrukt met de
meegeleverde ring (8) (of met een klem in overeenstemming met
DIN 3093 punt 1 tot 3); het uitstekende kabeluiteinde moet
vervolgens verzonken worden afgesneden.
A
De afstand tussen de kabelklem (6) en de kabelwig (7) moet
minimaal 100 mm zijn.
Kabelbuffer / kabelverlenging instellen
De kabelbuffer kan eenvoudig worden verplaatst door de flexibele
kabelbuffer en de kabelklem te verplaatsen. De kabelklem dient
na elke verplaatsing te worden vastgezet.
A
WAARSCHUWING: De maximale kabelverlenging mag niet
worden overschreden (zelfs niet met een verlengkabel).
Cilindervergrendeling
Via de cilindervergrendeling (8) kunt u de kabelcilinder blokkeren.
U kunt vervolgens de last wijzigen of de kabel vervangen zonder
de spanning van de veer te nemen. Ga als volgt door: Plaats een
schroevendraaier in de gegleufde bout (8) en druk de bout naar
binnen. Draai de bout vervolgens zo ver mogelijk naar rechts.
Controleer of de bout goed op zijn plaats geborgd en de
NL
kabelcilinder veilig geblokkeerd is! Door onbedoeld deblokkeren
van de cilinder kan de kabel terugspringen. Hierdoor is niet alleen
de kans op ernstig lichamelijk letsel aanwezig, maar kan ook de
veer defect raken. Zorg dat u, na het vervangen van de last of kabel,
eerst de werklast bevestigt en daarna de kabelcilinder deblokkeert.
Doe dit door de borgbout nogmaals in te drukken en uit te
schakelen door hem naar links of rechts te draaien zodat hij
terugspringt in de oorspronkelijke positie.
Onderhoud
Onderhoud/inspectie
De stabilisator moet continu worden onderhouden. Zowel de
externe bewegende onderdelen als de wrijvingspunten van de
ophanging en de veerhaak moeten gesmeerd worden. Voor het
onderhoud van de kabel, raden wij aan een niet-bijtend vet te
gebruiken omdat dit de gebruiksduur van de kabel aanzienlijk
verlengt.
De ophanging, de veiligheidsketting, de veerhaak en de kabel
moeten doorlopend worden bewaakt en dienen ten minste eenmaal
per jaar te worden gecontroleerd door een hiertoe bevoegd persoon.
Indien beschadiging (zoals gebroken draden, uitstulpingen,
afgevlakte plekken of schuurplekken) worden aangetroffen op de
kabel, of wanneer een van de hiervoor genoemde onderdelen
aanzienlijke slijtage vertoont, moet de stabilisator onmiddellijk
buiten gebruik gesteld en vervangen worden. Indien de kabel, de
veer of andere onderdelen van de stabilisator vervangen moeten
worden, zijn voorgemonteerde vervangingssets beschikbaar.
Onderhoud
De volgende gedeeltes refereren exclusief aan onze
voorgemonteerde vervangingssets: kabel, veer & kabelcilinder,
behuizing en ophanging. Gebruik voor vervanging uitsluitend
authentieke reserveonderdelen.
Wanneer een van de hiervoor genoemde onderdelen wordt
vervangen, dient u altijd de meegeleverde bedieningsinstructies
te volgen.
De kabel vervangen
Dit type stabilisator biedt de mogelijkheid om de kabel te
vervangen zonder de veerbelasting te verwijderen of het systeem
te demonteren.
De set met vervangingsonderdelen "Kabel - compleet" bestaat
uit de kabel met klem (ring) die al op de kabelkoppeling is gedrukt,
een afzonderlijk verpakte opschuifbare kraag en de kabelbuffer
met een rubberen bal en een kabelklem.
Als u de kabel wilt vervangen, trekt u deze zo ver mogelijk uit
de behuizing (de kabelkoppeling/-montage is nu zichtbaar in het
onderste gedeelte van de behuizingsopening). Blokkeer de
kabelcilinder door de gegleufde borgbout (aan de kleine kant van
de behuizing) naar binnen te drukken en de bout vanuit deze positie
90 graden naar links of naar rechts te draaien (het maakt niet uit
in welke richting u de bout draait).
A
Zorg dat de kabelcilinder goed geblokkeerd is! Door onbedoeld
deblokkeren van de kabelcilinder kan de onbelaste kabel
terugspringen. Hierdoor is niet alleen de kans op ernstig
lichamelijk letsel aanwezig, maar kan ook de veer defect raken!
Schuif de kabel uit de cilinder en de behuizing door hem naar
boven te duwen en de kraag te verwijderen. Druk vervolgens de
kabel naar beneden en uit de stabilisator.
Breng een nieuwe kabel aan via de onderzijde door de opening
van de behuizing en de opening in de kabelcilinder (de zogenaamde
"tunnel") en duw hem vervolgens zo ver naar boven dat hij uit de
behuizing komt. Duw de kraag over de kabel op de ring, druk