II. GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voorbereidingsmaatregelen
1. Plaats de waterkoker samen met zijn basis op een vlakke droge harde horizon-
tale ondergrond. Zorg intussen ervoor dat de eruit komende hete stoom geen
dichtsbijzijnde voorwerpen (behang, decoratieve bekledingen, elektronische
toestellen enz.) noch andere oppervlakken of materialen aanraakt, die door hoge
vochtigheid en temperatuur kunnen worden beschadigd
2. Wikkel het elektrische snoer af, zo lang als u nodig heeft. Plaats het resterende
deel in de holte beneden aan de basis. Zonodig mag u bovendien een passende
verlengingskabel gebruiken (met vermogen niet minder dan 2,5 kW).
3. Haal de waterkoker vanaf zijn basis. Druk op de openingsknop die aan het
handvat zit van het apparaat.
4. Vul de koker met water, zodat de waterstand ergens tussen het hoogste en het
laagste merkteken ligt in de schaal aan de binnenkant van het apparaat. Als u
het maximumniveau overschrijdt, kunt u hete spatten krijgen, als het water gaat
koken. Indien u maar te weinig water doet, dan zal de beveiliging reageren en
het apparaat voortijdig uitschakelen.
ATTENTIE! Het apparaat is bedoeld enkel en alleen voor het opwarmen /
koken van water.
5. Doe het deksel dicht en plaats van de waterkoker op de basis. Het apparaat zal
werken slechts indien het juist staat op zijn basis.
6. Sluit het apparaat op stroomvoorziening aan.
Water koken
1. Druk op de knop «0/I». Er klinkt een kort geluidssignaal en het opwarmen begint.
Terwijl de waterkoker loopt, blijft het knop-verlichtingslampje continu branden.
2. Zodra het water aan de kook is gekomen, schakelt het apparaat automatisch uit.
3. Om het opwarmen te onderbreken, trek de knop «0/I» omhoog.
Indien de waterkoker vanaf zijn basis wordt weggenomen terwijl het loopt,
worden alle instellingen niettemin bewaard. Nadat u het apparaat terug op
de basis stelt, hervat het apparaat automatisch zijn werking.
Beveiligingssysteem
•
Uw waterkoker is van een automatische beveiliging voorzien die het appa-
raat uitschakelt zodra het water aan de kook is gekomen.
22
•
Indien er geen of niet voldoend water is in de koker, dan reageert de au-
tomatische beveiligingsschakelaar (bescherming tegen oververhitting) en
onderbreekt de stroomtoevoer. Wacht even totdat het apparaat afkoelt,
waarna het weer gebruiksklaar is.
III. ONDERHOUD
Voor elk onderhoud of schoonmaak dient u het apparaat volledig uit te schakelen.
Koppel de waterkoker van de netstroom los en laat hem afkoelen.
Het is VERBODEN om oplosmiddelen, onder meer benzine, aceton, alsmede
grove sponzen en gelijksoortige schuurmiddelen bij reiniging te gebruiken.
ATTENTIE! Vóór het verdere gebruik van de waterkoker vergewis u ervan dat
alle elektrische contacten daarvan volledig droog en intact zijn!
Behuizing en basis schoonmaken
Maak de behuizing van uw waterkoker en de basis ervan af en toe schoon met een
zacht vochtig doek. Als u het onmiddellijk vóór gebruik doet, dan laat het apparaat
volledig afdrogen.
ATTENTIE! Dompel nooit de waterkoker, alsmede zijn basis, elektrisch snoer
of stekker onder in water of een andere vloeistof. Onder geen omstandigheden
mogen de elektrische contacten in aanraking komen met water.
Ketelsteen verwijderen
Tijdens het gebruik, afhankelijk van de kwaliteit van het door u gebruikte water,
vormt zich gaandeweg kalkaanslag en/of ketelsteen aan het verwarmingselement
alsmede aan binnenkanten van het apparaat. Om deze te verwijderen, is het aan-
bevolen om speciale voor keukengerei geschikte schoonmaak- en oplosmiddelen
aan te wenden tegen ketelsteen/kalkaanslag.
1. Vul de koker met water voor ongeveer drie vierden en breng het aan de kook.
2. Nadat het apparaat uitschakelt, voeg daarin 8% azijnzuur-oplossing toe, zodat
de vloeistof het maximumniveau (hoogst schaal-merkteken aan de binnenkant)
bereikt.
3. Laat de oplossing in de waterkoker blijven voor een paar uur.
4. Giet de vloeistof met oplosmiddel uit de waterkoker weg en spoel hem grondig
af met zuiver water.
5. Vul de waterkoker met vers water tot aan het hoogste merkteken aan de bin-
nenkant en breng het aan de kook.