De tank dient (de tanks dienen) op zodanige wijze aangesloten en uitgerust te worden dat zich
geen luchtzakken kunnen vormen, resp. dat geen vacuüm kan ontstaan. Er moeten afzonderlijke
aftapaansluitingen worden aangebracht. De buitenste watertank moet altij d eerst gevuld worden,
en daarna pas het buffervat. Aftappen moet omgekeerd gebeuren, en de druk van het buffervat
moet worden afgebouwd.
WAARSCHUWING: Niet opvolgen van deze instructie kan tot schade aan het
drinkwaterreservoir of de roestvaststalen geribbelde-buis warmtewisselaar leiden!
De koud- en warmwateraansluitingen van de KPS kunnen door vervangen van de inwendige
kunststofbuis worden gewijzigd.
Voor het aftappen van de buitenste watertank moet een T-stuk in de koudwaterleiding worden
aangebracht, met een verbindingsleiding en een aftapventiel (hoogte: ca. RL solarspiraalbuis). In
de warmwateruitlaat moet een ontluchtingsventiel worden aangebracht. Tijdens het aftappen
moet de koud- en de warmwaterzijde van de drinkwatertank worden afgesloten. De aftap en het
ontluchtingsventiel kunnen dan na elkaar worden geopend. De ventielen dienen weer gesloten te
worden zodra het aftappen voltooid is.
Het optreden van drukschokken in de drinkwaterinstallatie van de DUO FWS/FWP en KPS
moet absoluut worden vermeden!
Daarom adviseren we onder andere het inbouwen van een Airfi x membraandrukexpansievat in
combinatie met een drukreduceerklep (neem de afzonderlij ke montagehandleiding in acht).
Een plaatje met de volgende legenda moet dicht bij de afvoerleiding van het veiligheidsventiel of
op het veiligheidsventiel zelf worden aangebracht, al naar gelang wat van toepassing is:
WAARSCHUWING: Om redenen van veiligheid moet water uit de afvoerleiding kunnen
ontsnappen terwij l het systeem bezig is met opwarmen. Sluit de afblaasleiding niet af en
blokkeer deze niet.
Als verbrandingsbeveiliging kan op de warmwateruitlaat een thermostatische mengeenheid
worden aangebracht.
De KPS heeft een afzonderlij ke circulatie-aansluiting.
Bij kleinere circulatievolumes moet bij de DUO-FWS/FWP een bij behorende set (accessoires) in
de warmwateruitlaat worden aangebracht en bij grotere volumes moet de circulatie naar de
koudwaterinlaat worden geleid.
Temperatuurregeling/-display: Het is mogelij k de sensors afzonderlij k via het sensoraansluitblok
aan te sluiten; het is echter van belang dat de eisen van de fabrikant van de warmtebron of de
bovengeschakelde regeling worden gevolgd. Door de specifi eke contouren van de isolatie
kunnen de sensors ook aan de watertoevoerzij de worden geïnstalleerd of daar naartoe verplaatst
worden. Voor de weergave van de temperatuur heeft de isolatie met de polystyreen mantel van
de DUO-FWS/FWP speciale thermometerbevestigingen in de haakbevestigingsstrips.
De bij gevoegde bedieningsinstructies moeten worden gevolgd wanneer een externe
stroomanode in de KPS wordt gebruikt.
Aansluitingen die niet worden gebruikt dienen vakkundig afgedicht te worden. Zorg dat zich geen
condens in de ongebruikte spiraalbuizen verzamelt, waar het schade zou kunnen veroorzaken.
Het volledige systeem moet grondig doorgespoeld worden alvorens het in bedrij f wordt gesteld.
Het systeem moet onder bedrij fscondities en in het kader van onderhoudswerkzaamheden op
dichtheid worden gecontroleerd.
Aanvullend gelden voor accessoires (bij v. elektrische verwarming) de daarop betrekking
hebbende instructies.
Het typeplaatje moet op de isolatie worden bevestigd zodat het goed zichtbaar is.
15