BESTURINGSEENHEID EP3M
17 - Drukmanometer servicelucht
18 - Drukregelaar servicelucht
19 - Snelkoppeling servicelucht
20 - Snelkoppelingen lucht gereedschap
21 - Elektrische aansluitingen voor gereedschap
22 - 3 standen schakelaar: MAN - O - AUT
23 - Slangkoppelstuk Ø 12 mm
24 - Slangkoppelstuk Ø 7 mm
25 - Kettinkje
26 - Kraag
27 - Schroefdraadkoppelstuk
28 - Snoer 3x2,5
29 - Aansluitstrip
30 - 2-weg koppelstuk
31 - Gereedschapssteun
32 - Typeplaatje
STOFZUIGER KS260M
33 - stofzuigerkop
34 - Steunplateau met antislipstrips
35 - Trekstang filterreinigingssysteem
36 - Opklapbare steunen voor slang
37 - Typeplaatje
38 - Slang voor luchtafvoer naar buiten (optie)
39 - Elektrisch snoer
40 - Koelleiding met filter
41 - Geleide afvoer met filter
42 - Haken kop
43 - 3 standen schakelaar
44 - Lampje zuigmotoren in werking
45 - Elektronische kaart
46 - Elektrische aansluiting
47 - Slang voor elektrisch gereedschap
48 - Slang voor pneumatisch gereedschap (optie)
49 - Haken filterframe
50 - Filterframe
51 - Filter
52 - Reservoir
53 - Handvat
54 - Borgelementen handvat
55 - Deurtje
56 - Knop deurtje
57 - Koppelstuk
58 - Stofzak met opening en kap
59 - Zwenkwielen
60 - Vaste wielen
INSTALLATIE VAN DE ARM HB6000
Alvorens met het monteren van de arm te beginnen moet gecontroleerd worden of
de actieradius van de arm vrij is van obstakels (afb. 1).
De zuilen die gebruikt worden om het MATIC systeem te monteren mogen uitslui-
tend van gewapend beton zijn.
Ten aanzien van andere soorten muren moet u te rade gaan bij de technische af-
deling van RUPES.
Op het punt waar besloten is om de arm te monteren moet vanaf een hoogte van
450 cm met een loodlijn een streep afgetekend worden die loodrecht is ten op-
zichte van de vloer (afb. 2).
Deze streep stemt overeen met de middellijn van de muurconsole (1) van de arm (3).
Deze hoogte dient als maximaal beschouwd te worden; als het vertrek dit niet toe-
laat dan moet dit verminderd worden en moeten alle aansluitingen verhouding-
sgewijs aangepast worden. Normaal moet de besturingseenheid EP3M op een mi-
nimum hoogte van 165 cm vanaf de vloer tot aan het onderste vlak van de bestu-
ringseenheid bevestigd worden.
Let op!
Alle volgende maten moeten gebaseerd worden op bovengenoemde maten.
Muurconsole (1)
Als de hoogte bepaald is moet u zich 5 cm van de middellijn naar rechts ver-
plaatsen en het eerste gat aftekenen (afb. 2). Boor een gat (Ø 16 mm, diepte mi-
nimaal 90 mm) ter hoogte van het gat rechtsboven van de muurconsole (afb. 3).
Alvorens de plug (2) in het gat te steken moet het gat eerst met lucht schoonge-
blazen worden; steek daarna de plug erin en draai hem iets aan.
Controleer de evenwijdigheid met een waterpas en teken daarna de overige gaten
af (afb. 4).
Verwijder de muurconsole nu en boor de gaten, steek de pluggen erin, zet alles
vast en controleer met de waterpas of alles evenwijdig is (afb. 5 en 6).
Let op!
Voordat u de arm vervolgens monteert moet u eerst controleren of de vier plug-
gen de muurconsole stevig op zijn plaats houden.
22
Arm (3)
Til de zwenkarm (3) ter hoogte van de muurconsole op en steek de scharnier-
pennen er in de juiste volgorde in waarbij u als volgt te werk moet gaan.
Montagevolgorde van de pennen van de arm (afb. 8)
- Ontdoe zowel de gaten van de muurconsole als de gaten van de arm van even-
tuele verfrestanten;
- breng een laag lagervet in de gaten van de pennen en op de pennen zelf aan;
- schuif het plaatje D op pen C;
- steek de pennen C met het plaatje D in de gaten;
- plaats de schotelveren E op het plateau van de muurconsole;
- til de arm met een hefwerktuig dat het meest geschikt is op (heftruck, takel of
iets dergelijks);
- steek de pennen in de gaten van de muurconsole;
- breng het plaatje F en de zelfborgende moer G aan;
- draai de moeren G aan totdat er een lichte draaibeweging mogelijk is;
- controleer of de draagzuil van beton en de arm geen structurele verzakkingen
vertonen.
Bevestig de buigzame mantel (6) Ø 90 mm met de speciale meegeleverde slang-
klem (10) aan de uitlaatkraag van de arm (afb. 7).
Verzamelbuis aansluitingen (9)
Boor twee gaten Ø 8 mm op de middellijn, het ene gat op 110 cm en het andere
gat op 320 cm hoogte van de vloer (afb. 9).
Bevestig de kraag (8) aan de muur. Doe hetzelfde op een lager punt. Steek de ka-
bels en de serviceleidingen in de verzamelbuis van de aansluitingen (9), schuif de
buigzame mantel (6) op de verzamelbuis, plaats alles en bevestig de kragen door
erop te drukken (afb. 10).
INSTALLATIE SCHAKELBORD (15 optie)
Teken op 175 cm hoogte van de grond en op 48 cm rechts van de middellijn het
eerste bevestigingspunt rechtsboven van het schakelbord (15) af. Plaats het scha-
kelbord en teken de overige gaten af. Boor de gaten Ø 8 mm en ga over tot het be-
vestigen en het aansluiten van het schakelbord op het elektriciteitsnet.
NB: Laat door de installateur van de elektrische hoofdinstallatie een elektrische
kast installeren voorzien van een tweepolige aardlekschakelaar met thermische
magneetbeveiliging 6 Ka - 30 mA van 16 A (230 V) en een leidinglampje.
Het materiaal voor de elektrische aansluiting is niet bij de levering inbegrepen maar
de installateur van de elektrische hoofdinstallatie moet hiervoor zorgen.
Let op!
De aansluitingen moeten door een vakbekwame elektricien uitgevoerd worden.
INSTALLATIE LUCHTBEHANDELINGSEENHEID (14)
Teken op 95 cm van de grond en 40 cm links van de middellijn het eerste beve-
stigingspunt van de luchtbehandelingseenheid (14) af. Plaats de luchtbehande-
lingseenheid en teken het overige gat af. Boor de gaten Ø 8 mm en ga over tot het
bevestigen en het aansluiten van de luchtbehandelingseenheid op het perslucht-
net.
Sluit de slang Ø 6x14 mm (12) (droge lucht) aan op de koppeling (14B) en sluit
de slang Ø 10x19 mm (13) (gesmeerde lucht) aan op de aansluiting (14A).
INSTALLATIE VAN DE BESTURINGSEENHEID EP3M
Bevestig de kettinkjes (25) met de speciale meegeleverde schroeven aan de kraag
(26) van de besturingseenheid. Draai het schroefdraadkoppelstuk (27) op de ge-
ribbelde slang en duw alles in de zuigleiding. Schuif de geribbelde slang Ø 90 mm
op de besturingseenheid en zet hem met de speciale slangklem vast.
Pneumatische aansluiting
Sluit de slang Ø 6x14 mm (12) (droge lucht) en de slang Ø 10x19 mm (13) (ge-
smeerde lucht) als volgt aan:
- de slang van 10x19 mm op het slangkoppelstuk Ø 12 mm (23) dat de twee
aansluitingen voor pneumatisch gereedschap van lucht voorziet;
- de slang van 6x14 mm op het slangkoppelstuk Ø 7 mm (24) dat de aansluiting
voor servicelucht van lucht voorziet.
Allebei de slangen moeten met de meegeleverde slangklemmen bevestigd worden.
Elektrische aansluiting
Sluit het snoer 3x2,5 (28) dat uit de arm loopt aan op de aansluitstrip (29) van de
besturingseenheid en houd daarbij de polariteit aan.
- BLAUW
1
- BRUIN
2
- GEEL-GROEN
3
Let op!
Om deze aansluitingen op de juiste manier uit te voeren moet het pneumatische
schema en het elektrische schema dat bij dit boekje gevoegd is altijd aangehou-
den worden.
INSTALLATIE VAN DE STOFZUIGER KS260M
Steek de geribbelde slang in het koppelstuk (57) van de stofzuiger (afb. 11).
Steek het elektrische snoer van de aansluitingen voor gereedschap (16) in de
aansluiting (46) (afb. 11).
Steek het elektrische snoer van de stofzuiger (39) in de aansluiting van het scha-
kelbord (15) (optie) (afb. 12).