8.1 Wat moet je doen als ...
Probleem
Je kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
gaat aan.
De bedieningsbalk knippert.
en een getal gaan branden.
Je kunt een constant piepgeluid
horen.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
gelijkertijd aangeraakt.
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
Je hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Je hebt iets op het sensorveld ge‐
plaatst
.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
De signalen zijn uit.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Er staat geen pan op de zone, of de
zone is niet volledig bedekt.
De pan is niet geschikt.
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
Er is een fout opgetreden in de
kookplaat.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
Oplossing
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
Verzeker je ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neem
je contact op met een erkende installa‐
teur.
Raak slechts één sensorveld aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neem je contact op
met een erkende servicedienst.
Schakel de geluiden in. Raadpleeg
'Dagelijks gebruik'.
Raadpleeg 'Dagelijks gebruik'.
Zet een pan op de zone, zodat de pan
de zone volledig bedekt.
Gebruik geschikte pannen. Zie 'Aan‐
wijzingen en tips'.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
Schakel de kookplaat uit en schakel
deze na 30 seconden weer in. Wan‐
neer
weer verschijnt, trek je de
stekker van de kookplaat uit het stop‐
contact. Steek de stekker van de kook‐
plaat er na 30 seconden weer in. Als
het probleem zich blijft voordoen,
neem je contact op met een erkende
servicedienst.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
NEDERLANDS
17