HYDRAULISCH CIRCUIT
7.3 WATERTOEVOER CONTROLE
Bron- of rivierwater kan in sommige gevallen grote hoeveelheden zwevende deeltjes, organische stoffen en kalk bevatten. Daarom dient
dergelijk water gefilterd of verzacht te worden met chemische producten alvorens het gebruikt kan worden voor de warmwaterketel.
Ook dient de kwaliteit van het water gecontroleerd te worden op pH, elektrisch geleidend vermogen, ammoniak-ionen, zwavel en andere
stoffen. De aanbevolen standaard kwaliteit van het water is:
?
O P M E R K I N G
De waterwaarden zijn in overeenstemming met s/UNE 112076:2004 IN.
8 HYDRAULISCH CIRCUIT
Wanneer de leidingen worden aangesloten:
1 Sluit alle leidingen zo dicht mogelijk bij de unit aan, zodat ze
indien nodig gemakkelijk losgekoppeld kunnen worden.
2 Het is raadzaam om buigzame verbindingen te gebruiken
voor de inlaat- en uitlaatleidingen, zodat trillingen niet
worden overgedragen.
3 Installeer schuifventielen waar mogelijk, om zo de stromings-
weerstand te minimaliseren en voldoende waterstroming te
behouden.
4 Het is raadzaam om kogelkleppen te gebruiken in beide
waterleidingaansluitingen, om gemakkelijk onderhoudswerk
te kunnen uitvoeren.
5 Het systeem moet grondig worden geïnspecteerd op lekkage
binnen en buiten het systeem door de inlaat- en uitlaatventie-
len van het warme water naar de watercondenser volledig te
openen.
6 De warmwaterketel moet volledig ontlucht worden om te
voorkomen dat de verwarmingselementen de behuizing van
de ketel verwarmen als er geen water in zit.
7 Wikkel thermische isolatie rond het leidingen van het
hydraulische systeem, om eventuele brandwonden door de
hete leidingen te voorkomen en om het warmteverlies te
verminderen.
8 Wanneer het apparaat voor een langere periode uitgescha-
keld blijft en de omgevingstermperatuur erg laag is, zou het
water in de leidingen en in de circulatiepomp kunnen bevrie-
zen, wat schade aan de leidingen en de pomp kan berok-
kenen. Om dit te vermijden is het raadzaam om vooraf het
water uit de installatie te draineren.
?
O P M E R K I N G
Controleer regelmatig:
•
De stroming en de druk van het water
•
Waterlekkages
•
De vastheid van de verbindingspunten
!
L E T O P
•
De inlaat- en uitlaatverbindingsleidingen moeten 1G" zijn.
•
Het water dient in de richting te lopen die is aangegeven in het vorige
schema.
91
PMML0347B rev.1 - 06/2016
Item
Chlorine-ion (mg CI¯/1)
Elektrisch geleidend vermogen (µs/cm)
Totale hardheid (mg CaCO3/1)
Sulfaatgehalte (mg/l)
Toevoerwater warmwaterketel
Minder dan 150
100~2000
60~150
max 250
3
5
8
1
Sanitaire veiligheidsklep unit
2
Terugslagklep
3
Wateruitlaat 2
4
Hercirculatiepomp
5
Afsluitklep
6
Afvoer
7
Ontluchter
8
Verwarmingsbatterij
H.S.W.
5
4
2
Recirculatie
5
7
5
Ingang
1
5
Afvoer
Hoofdwater-
6
ingang