5 Herhaal de handelingen van punten 3 en 4
om de hoeveelheid water voor knop (3) te
programmeren.
Iedere gebruiker kan zo zijn of haar eigen
voorkeuren programmeren door kleine of
grote waterhoeveelheden aan de knoppen
(2 en 3) toe te wijzen. De filters voor 1 of
voor 2 kopjes kunnen gebruikt worden.
6 Druk na het programmeren van deze
hoeveelheden opnieuw op de 'MENU'-knop
(6) om de programmeerfunctie te verlaten.
De symbolen onder de knoppen gaan op-
nieuw om de beurt branden.
Het apparaat is gereed om de heerlijkste
espresso te zetten.
N.B.: voor het zetten van 1 kopje espresso een
keer de knop (2 of 3) indrukken; voor het
zetten van 2 kopjes espresso 2 keer achter
elkaar de knop (2 of 3) indrukken.
Voorinfusie
Bij de machine kan de dosering zodanig worden
afgesteld, dat de afgifte van de KOFFIEDOSES
vooraf wordt gegaan door pre-infusie.
Door op doseertoets (2) te drukken, wordt de
normale afgiftecyclus voorafgegaan door een
afgestelde korte straal water, die wordt gebruikt
om de koffiepad te bevochtigen, voordat de
echte afgifte begint.
Met deze functie wordt er beter gebruik ge-
maakt van de koffiepad.
Op doseertoets (3) is er geen pre-infusie
mogelijk.
N.B.: de machine is ingesteld met de pre-in-
fusie op ON. Mocht u deze functie willen
uitschakelen, dan kan dit door de machine
op de programmeerstand te zetten (zie "In-
stellen van de hoeveelheid espres-
so") en op stoomtoets (5) te drukken. Het
controlelampje dat eerst brandde is nu uit.
Als het controlelampje van stoomtoets (5)
brandt, betekent dit dat de pre-infusie op
ON staat, terwijl deze op OFF staat als
het uit is.
Het zetten van de espresso.
1 De procedure die in het hoofdstuk "Voor-
bereiding van het Espresso-appa-
raat" beschreven is volgen.
2 Kies het juiste filter (10 of 11) en plaats het
in de filterdrager (9).
Gebruik het kleine filter voor 1 kopje en het
grote filter voor 2 kopjes.
Plaats de filterhouder (9) in het apparaat en
wacht minstens 10 minuten.
3 Nadat het apparaat is opgewarmd, de filter-
drager (9) verwijderen en met behulp van het
koffiemaatje met gemalen koffie vullen.
Gebruik 1 maatje voor ieder kopje koffie.
Niet te veel vullen.
Aandrukken met het speciale aandrukkertje (18).
Niet te veel aandrukken.
4 Maak de rand van de filterdrager (9) schoon.
Plaats de filterdrager in het apparaat met
een beweging van 45° naar links.
Draai hem dan naar rechts om hem op zijn
plaats te blokkeren. De handgreep van de
filterdrager moet loodrecht op het apparaat
staan of iets naar rechts.
5 Zet één of twee kopjes onder de filterdrager.
Druk op de knop die overeenkomst met de
gewenste hoeveelheid water in het geheu-
gen. De koffie begint in de kopjes te lopen.
6 Het zetten van de espresso stopt automatisch
als het vooraf ingestelde niveau is bereikt
(zie Instellen van de hoeveelheid
espresso); het is ook mogelijk het proces te
onderbreken door nogmaals op de knop (2
of 3) te drukken die eerder al is ingedrukt.
Een lekker kopje koffie dat volgens de juiste
procedure bereid is moet bedekt zijn met de
typische bruine "crème". Raadpleeg anders
"In geval van storingen".
7 Pak de kopjes en serveer ze.
8 Om nog een kopje koffie te maken de filter-
drager langzaam en voorzichtig verwijderen
door hem naar links te draaien. Let erop u niet
te branden aan het water dat op het koffiedik
is achtergebleven. Er zal wat water blijven
druppelen na de filterdrager verwijderd te
hebben. Dit komt door de druk van het water
in het systeem. Verwijder het koffiedik uit het
filter. Om nog meer koffie klaar te maken de
punten van 2 tot 7 herhalen.
9 Om op de handmatige wijze koffie te zetten,
dient men de fasen te herhalen die in de pun-
ten van 2 tot 5 staan en vervolgens op toets
6 te drukken. Om de afgifte te onderbreken
(als de gewenste hoeveelheid bereikt is), dient
men opnieuw op toets 6 te drukken.
• 39 •
NEDERLAND