Selectie codering "A" en "B" voor de
werking (door middel van jumper J2)
De fotocel heeft twee gecodeerde kana-
len, "A" en "B", voor de werking. Let goed
op dat de coderingen op dezelfde manier
geselecteerd worden, zowel op de zender
als op de ontvanger.
J2 stand 1- 2 : Werking codering B.
J2 stand 2-3 : Werking codering A
(fabrieksinstelling).
Controle uitlijning zender-ontvanger
De ontvanger heeft een led 1 die aangeeft
wanneer de zender en ontvanger zijn
uitgelijnd.
De led 1 zal continu branden wanneer de
infraroodstraal is uitgelijnd en gaat uit als
de infraroodstraal wordt onderbroken.
Controle van de kwaliteit van het ontvan-
gen signaal
Op de ontvanger is de led 2 aanwezig die
knippert op basis van de kwaliteit van het
signaal ontvangen van de gekoppelde
zender. Het aantal knipperingen is evenre-
dig aan de intensiteit van het ontvangen
signaal:
vier knipperingen = maximale signaal-
sterkte, één knippering = onvoldoende
signaalsterkte.
BELANGRIJK VOOR DE
INSTALLATEUR
In geval van installatie van meerdere voor-
zieningen wordt een montage met ge-
kruiste stralen aangeraden (dat wil zeggen
zender A en ontvanger B links, zender B
en ontvanger A rechts); als dit niet mogelijk
is, zorg dan in ieder geval voor een afstand
van ten minste één meter (vooral tussen
de ontvangers).
Stel altijd het minimaal noodzakelijke ver-
mogen in voor het overbruggen van de af-
stand van de toepassing: op deze manier
wordt gezorgd voor een langere levens-
duur van de batterij en wordt het risico op
interferentie met andere bestaande appa-
raten beperkt.
INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN
Werking met tegenoverliggende zender en
ontvanger. Dubbel veiligheidsrelais.
• Ga te werk zoals aangegeven op
afbeelding 4-5.
• Doorboor, op basis van de doorgangs-
punten van de kabel, het voetstuk op de
daarvoor voorziene punten (zie afb. 6).
• Ga te werk zoals aangegeven op af-
beelding 7 en gebruik geschikte plug-
gen (Ø max 5 mm) en schroeven (niet
bijgeleverd).
• Sluit de kabels aan op de klemmen, vol-
gens het schema (afb. 15): 4 op de foto-
cel RX en 2 op de fotocel TX, vanaf de
betreffende ingang van de regelmodule.
• Breng silicone aan om de doorgangsope-
ning van de kabel af te dichten (afb. 8).
• Indien nodig, kan de kaart georiënteerd
worden door de twee schroeven van de
voet een beetje los te draaien. Draai ze
niet volledig los en scherp ze na de af-
stelling weer goed aan (afb. 9).
• Voordat de fotocel weer wordt gesloten,
moet de zender (fotocel TX) getest wor-
den met de ontvanger (fotocel RX) en
moet gecontroleerd worden of het rode
lampje voor uitlijning (LED1) op de ont-
vanger uit is (afb. 10).
• Ga te werk zoals aangegeven op
afbeelding 11-12.
TEST
Test de correcte werking van de fotocellen.
VERVANGING KAART
Indien nodig, kan de kaart worden ver-
vangen
zoals
weergegeven
op
de
afbeelding 13.
VERVANGING BATTERIJ
Indien nodig, kan de kaart na de verwijde-
ring van de afdekkap over 180° gedraaid
worden en kan de batterij vervangen wor-
den (afb. 14).
VERWIJDERING
Enkele onderdelen van het pro-
duct kunnen gerecycled worden,
terwijl anderen, zoals bijvoorbeeld
de elektronische onderdelen verwijderd
moeten worden in overeenstemming met
de regelgeving van kracht in het land van
installatie.
Enkele onderdelen kunnen mogelijk ver-
vuilende stoffen bevatten die niet in het
milieu verspreid mogen worden.